Monkwise

columns verhalen fotografie

Oprotten

| Geen reacties

Lance Armstrong heeft gesproken. Of niet. Het publiek is merendeels sceptisch over zijn optreden en ik deel deze mening. Oprah Winfrey was geen partij voor hem of mogelijk wilde zij dit niet zijn. Armstrong kreeg alle ruimte, bekende datgene waar hij toch niet meer onderuit kon en werd sentimenteel waar dit zijn toekomst zal dienen. Ik denk dat hij desondanks de implicaties van zijn gedrag onvoldoende doorziet en nog altijd denkt dat hij de schade kan beperken. Zoals enkele psychiaters al stelden, toont zijn gedrag kenmerken van een psychopaat, iemand zonder enig inlevingsvermogen voor anderen, niet behept met zoiets als een geweten. Ik voorspel een vloedgolf aan schadeclaims, vervaging van zijn naam in de sportboeken en gezinsproblemen. Opgaan in een kerkgenootschap is voor hem nog het beste. Zakelijk zal hij wel weer boven Jan komen. Zijn kille mentaliteit en slimheid zijn waarden die in een menig land worden gewaardeerd of minstens getolereerd. Hij is een harde werker en een bluffer. Hij past goed in een functie van management, bijvoorbeeld bij een bedrijf waar mensen ontslagen moeten worden. Geef Armstrong opdracht hen de deur te wijzen en je hebt aan hem een prima kerel die er geen traan om zal laten.

Lance was aan de dope. Zijn hele ploeg zat onder het spul. Concurrenten werden voorbij gestoken alsof zij een bakfiets voortbewogen. Bij de RABO ploeg drong dit besef al snel door en dus regelde ploegbaas Jan Raas een inhaalslag met epo. Oranje boven!, moet hij hebben uitgeroepen omdat hij begreep dat de globalisering het wielrennen had bereikt. Michael Boogerd, de Dekkertjes, Nelissen, allemaal belandden ze aan het infuus. Je kunt stellen dat het professionele wielrennen naar een hoger plan werd getild. Schoon rijden werd kansloos. Dit spel van kat en muis gaat ongetwijfeld door tot vandaag en morgen. Er staat gewoon teveel op het spel: geld, glorie en het pure bestaansrecht in de mallemolen van testosteron.
Onvermijdelijk staat hierin het liegen centraal of, zoals Armstrong brutaalweg zei, het zoeken naar de definitie van bedrog. Jarenlang hebben we naar dit gelul moeten luisteren, een ware belediging.

Graag zou ik horen hoe het met vrouwen in de topsport is gesteld. Moesten Leontien van Moorsel en haar Franse concurrente Jeannie Longo in de Tour Féminine zich eveneens bij Dokter Bibber melden?
En hoe zit het met andere sporten? Bijvoorbeeld het voetballen en ijshockey? Wordt daar wel eens een inval gedaan om het bloed te controleren? Zijn er marathonlopers met een extra ingebouwd reservoir brandstof op de baan? Roeien de roeiers alleen met de riemen die ze hebben? Hoe komen gewichtheffers aan hun absurde spierbundels? Op welke leeftijd begint het gesodemieter? Wie is verantwoordelijk, buiten de sporters en hun opgefokte bazen? Na de onthullingen over grootschalige en door de staat georganiseerde doping onder voormalige Sovjet beheer staande gebieden als de DDR en Bulgarije, is het probleem in de media teruggebracht tot het wielrennen, met hier en daar een incident in een andere tak van sport. Is dat terecht?

Bij de herdenking onlangs van de laatste echte Elfstedentocht van 1963, vond voormalig schaatsfenomeen Jeen van den Berg het nodig met modder te gooien naar zijn inmiddels overleden concurrent Anton Verhoeven. Deze zou hem spul hebben aangeboden, meer precies amfetamine. Verhoeven zou er een huisapotheek op hebben nagehouden en flink hebben gebruikt. Je kunt na 50 jaar na dato alleen met zekerheid zeggen dat Verhoeven de wedstrijd niet heeft gewonnen. Van den Berg was zelf niet fris toen hij wist dat tijdens een eerdere tocht op het laatste moment de finish 500 meter was verlegd, waardoor de op kop liggende Verhoeven ten onrechte stilviel en dacht dat hij klaar was. Van den Berg zei niets, schaatste Verhoeven voorbij en pakte de hoofdprijs.
Leuk is, dat winnaar van 1963 Reinier Paping op de vraag naar doping antwoordde dat hij destijds reed op honing en brinta. Ik heb er onmiddellijk een beeld bij, maar ik heb de winter van 1963 dan ook meegemaakt.

Intussen is het een wereldvreemd idee dat je sport kunt vrijhouden van dopinggebruik. Het gebruik van stimulerende middelen is immers onderdeel van de samenleving als geheel. Het zijn niet alleen wankelende junks die coke gebruiken. Integendeel: het spul vindt gretig aftrek onder managers en bankjongens, bij artiesten en Bekende Nederlanders. Alcohol is zodanig gemeengoed dat niemand er meer stil bij staat dat jonge mannen zich moed indrinken om de meiden te veroveren voor een ander het doet. Zelfs gereformeerden laven zich aan de Nektar Gods om vooruit te komen.

Jack Spijkerman liet onderzoeken hoe in Nederland wordt gedacht over de volgende keuze:
A. verliezen zonder doping. B. winnen met doping.
Maar liefst 89% beweert te kiezen voor verliezen zonder doping. Een onwaarachtig antwoord als je het mij vraagt, maar ik lees er wel in dat we een hekel hebben aan vals spelen in de sport.
Je blijft lachen met de mensen. Na 60 levensjaren is mijn indruk toch echt, dat bedrog aan de orde van de dag is, overal en altijd. Mensen tillen de belastingdienst en de reisverzekering, er worden kapitalen uit winkels gejat, in het verkeer wordt meer genomen dan gegeven, mensen gaan vreemd en kinderen belazeren hun ouders. Het bijdehand zijn is tot kunst verheven. Op zijn beurt perst de overheid de burgers uit. Bedrijven leveren hun klanten slechte produkten en waardeloze service. Wij gunnen elkaar nauwelijks het licht in de ogen.

Hoe kun je eisen dat dit in de sport anders is? Juist in topsport worden maatschappelijke waarden op het scherpst van de snede uitgevochten. De topsport is de ultieme uiting van moordende competitie en krachtmeting, waarin alleen resultaten tellen. Aan de heftigheid van sportieve competitie kun je aflezen in welke samenleving we leven. Hierbij is Nederland nog relatief netjes, vergeleken met hardere systemen als in de VS, Oost-Europese landen of China.

Wat moeten we nu met Armstrong en de professionele wielersport? Iedereen die gebruikte eruit gooien en kaal plukken? Dokters en ploegleiders taakstraffen opleggen? Geldschieters op een mega boete trakteren? Kinderen hun helden afpakken?
Ik vrees dat er geen oplossing is, behalve het eeuwige pappen en nathouden. Een al te draconische ingreep zal de topsport de nek omdraaien. Het gedogen of toestaan van doping vernielt de gezondheid van sporters. Het enige dat soelaas biedt, is een mentaliteitsverandering bij betrokkenen en dat zijn we allemaal. Zolang er wordt gezeverd over records en honderdsten van seconden, millimeters en zes grensrechters in plaats van twee, zolang geld de dienst uitmaakt en het publiek slechts waardering opbrengt voor winnaars, is de kwestie onoplosbaar.
Met de bestrijding van doping zal het gaan zoals in de maatschappij voor gewone mensen: steeds meer controle en morele verontwaardiging, bedoeld om het systeem van medogenloze concurrentie en individualisme overeind te houden.

Mij kan het gebruik van doping eerlijk gezegd weinig schelen. Alles heeft een prijs en je doet maar wat je niet kunt laten. Zonder de witte sloper was Herman Brood geëindigd als pianist van een dweilorkest of als graffiti spuiter onder een spoorbrug. Wel vind ik, dat doping alleen aan meerderjarigen moet zijn voorbehouden. Wie knoeit met kinderen, kan wat mij betreft voortaan in een oranje overall zwerfvuil ruimen in de Efteling.
Verder heb ik een verzoek aan alle atleten, hum bazen en organisaties: kan dat verdomde liegen een keer ophouden? Wie denkt u wel te denken dat u aanhoudend tegen iedereen mag liegen?
Als het zwetsen en draaien niet kan stoppen, rot dan maar op met die Tour de Frats.
Verdomd, dat is de oplossing! Nergens meer naar kijken, nooit meer een sportblad kopen! Uit met die tv!

Monk
20 januari 2013
(foto: Monk)

Print Friendly, PDF & Email

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.



De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.