Monkwise

columns verhalen fotografie

Welkom Majesteit!

| Geen reacties

Het eerste dat ik mij herinner over het Koningshuis is een stenen beker die wij op school kregen. Het moet in 1962 zijn geweest, ter gelegenheid van het 25 jarig huwelijk van Juliana en Bernhard. Het scheelde nog weinig of ik was zonder thuis geraakt, want op zeker moment raakte de doos waarin de bekers zaten leeg.

Uitgerekend mijn heimelijke liefde dreigde achter het net te vissen. Ik raakte in gewetensnood omdat ik graag haar held wilde zijn, maar zonder trofee thuiskomen vond ik ook een afgang. De zaak werd gered toen er gewoon een nieuwe doos werd binnen gebracht en er weer volop verkrijgbaar was. Mijn moeder hield niet van ongeregelde spullen in de kast en de beker begon aan een wezenbestaan dat eindigde in de ringvaart achter de dijk waaraan wij woonden.

Bij ons thuis was het koningshuis nagenoeg zonder betekenis. Het werd niet echt afgewezen, maar van enige ontroering laat staan verering was geen sprake. Voor mijn vader was Wilhelmina een koningin die in 1940 de wijk had genomen voor de Duitsers en haar volk had achtergelaten.
En mijn moeder? Het zweverige in Juliana kan haar wel hebben aangesproken, of anders had zij ongetwijfeld medelijden met deze dame wegens de Prins, ook toen al bekend als een schuinsmarcheerder. Maar alles bijeen was het een onbekende en onbegeerde wereld, te ver verwijderd van mensen met tastbare zorgen om brood en kleding voor de kinderen.

De trouwpartij van 1966 in Amsterdam van Beatrix en Claus von Amsberg, wekte thuis enige hoon. Alweer een rotmof, zei mijn vader droog. Het incident met de hakenkruis kip als Stuka in de Optocht werd met een lichte grijns afgedaan. Nog steeds vind ik het een vondst van bijzondere klasse. Weet iemand trouwens wat er met de kip is gebeurd?
Tegen die tijd hadden we juist een auto en belandden een keer in de buurt van Soestdijk. Zonder uit te stappen, reden we er langzaam langs. Commentaar staat me niet bij. We begrepen zo wel, dat die mensen in een andere wereld leefden.

In de jaren erna koelde de kwestie rond het omstreden huwelijk af. Beatrix en Claus produceerden kinderen, net als haar zus Margriet. Het kwam allemaal in de krant en op tv. Irene ging met een Roomse Spanjaard die wij ons genetisch herinnerden uit de Tachtigjarige Oorlog. En Marijke, later Christina, was scheel als de nacht. Koningin Juliana vond ik bepaald onsympathiek. Ze deed me teveel aan een schooljuf denken: pedant, overdreven, ziekelijk en bovenal wereldvreemd. Bernhard was beter te harden, al begreep ik in de loop der jaren wel dat zijn militaire rol gering en zijn gedrag privé verwerpelijk waren. De Engelsen behandelden hem in oorlogstijd als een charlatan, een Prins Pils waar hij de Hollandse Generaal De Gaulle had kunnen worden.

In 1975 ging ik in Amsterdam wonen en studeren. Voor die tijd kende ik de stad voornamelijk van een paar bezoeken aan een muziekwinkel nabij het centraal station. Ook had ik bij avond enkele duistere kroegen bezocht en een paar hippe tenten met geweldige muziek. Hier kreeg ik evenwel te maken met de politie, die een inval deed. Ineens stond ik in een chaos waarbij ook klappen vielen.
Een jaar later begon de Lockheed Affaire, die in onze faculteit natuurlijk besproken werd. Wij hadden wel een oplossing: Bernhard moest voor het gerecht en het was een goede gelegenheid de hele Oranje Kliek op te doeken. Het zou anders gaan, met dank aan nota bene de socialist Den Uyl.
Nog tijdens mijn studie, waarin ik geregeld bij vakgenoten in kraakpanden over huis kwam, brak 1980 aan en daarmee de datum waarop Juliana afstand deed van de troon ten gunste van haar dochter.

Geen woning geen kroning was al een gevleugelde uitspraak voor er gevochten werd en ik moet zeggen: het werd een onvergetelijke dag. Geweldig dat ik deze heb meegemaakt, al raakte ik er tijdelijk een schoen bij kwijt en kreeg ik klappen met een politieknuppel zonder een steen te hebben gegooid. De sfeer rond de Dam was krankzinnig. Er stonden marktkramen met Oranje handelswaar, bekeken door boeren en buitenlui. Op het plein stond de uitverkoren elite, beschermd door scherpschutters, uitgejouwd door jongelui die er als een pak hyena’s omheen slopen. Vanaf het Rokin trokken de Autonomen op, voorbij gestoken door toen al gehavende bussen van de ME. Je zag meteen dat er oorlog op komst was en even later regende het inderdaad projectielen. Er volgde een charge, waarbij de kramen overhoop gingen en de meute in de muren en het plaveisel leek te verdwijnen. De verslagen doen onderhand opgang als folklore. Maar zo lag het niet. Waren de Oranjes van hun balkon gekomen, dan waren ze in een volksgericht beland. De beelden achteraf rechtvaardigen wat mij betreft nog altijd het geweld tegen de arrogantie van de regentenstaat.

De tijd schuift onverbiddelijk op. Soestdijk staat leeg. Juliana is dood, net als Bernhard en Claus die zijn naam lafhartig in Van Amsberg liet veranderen. Beatrix is oud en plotseling der dagen moe. Ze heeft aangegeven te zullen aftreden. Tijd voor een nieuwe generatie heet het. Troonopvolger is zoon Willem Alexander, afgekort WA, een klank die in de oorlog van Wilhelmina stond voor het ergste. WA gedroeg zich tot op heden geregeld als een verwende snotneus en zijn meningen worden terecht voorgebakken door de RVD. Zijn vrouw is een ravissante burgeres, dochter van een Argentijnse systeemmoordenaar. Zij dook als golddigger op bij een feestje, gearrangeerd door de oude vos Bernhard die wist wat het Nederlandse Koninghuis kon redden: geen frigide prinses uit Noorwegen, maar een Zuidamerikaanse Vuurpijl. Als de kinderen naar school moeten, zit Máxima achter het stuur en WA kijkt of er een egeltje oversteekt.
Onze uitgediende vorstin heeft een toespraak gehouden van gebakken polderklei, met woorden die ook de Overzeese Gebiedsdelen omsloten, de minimale eilandjes boven de kust van Venezuela, broeinest van drugshandel en corruptie, tevens seasideresort voor Nieuw Geld Nederlanders.
Zij zal het protocollair volgen dat sinds de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813 van kracht is. Hierin wordt voorgeschreven dat de inhuldiging (iets ander dan kroning) moet plaatsvinden in Amsterdam. Wordt het straks weer warm in de hoofdstad?

De bevolking heeft alle reden tot kabaal. Ik noem: de afbraak van werknemersrechten, het verdampen van pensioenen, de in eigen risico verpakte jaarlijkse stijging van de premie ziektekostenverzekering, de onstuitbare graaicultuur en politici met drie petten op. Dat Oranje om Het Volk zou geven, lijkt mij het lied van een dronkaard.

De stemming is evenwel mat en decadent. Protest ligt nauwelijks voor de hand. De Republikeinen zullen Oranjebitterjes drinken bij een discussie in de Balie. En dat terwijl elke halfgare schreeuwer of iemand die een theelichtje naar de koets gooit, al voor monumentale ophef kan zorgen. Een geest van Jan Salie dus, maar de veiligheidsmaatregelen zullen ongekend zijn. De media halen vanaf vandaag hun komkommers uit de diepvries en overtreffen elkaar in bespiegelingen plus sentimentele beelden over de aanstaande koning en zijn gemalin. Er is een golf aan quiz vragen en spelletjes op komst. Wie nog oude bekers met opdruk heeft, kan die alvast op Marktplaats zetten: klanten genoeg.

Ik denk kortom dat ik eind april maar thuis blijf en in de moestuin ga werken. Daar is in deze tijd altijd veel te doen.

Monk
30 januari 2013
(foto: Monk)

Print Friendly, PDF & Email

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.



De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.