Monkwise

columns verhalen fotografie

SWAP

| Geen reacties

De vriend had een bijzondere lichaamstaal, waarvan hij zich waarschijnlijk maar ten dele bewust was. Met minieme gebaren kon hij zijn woorden een bepaalde lading meegeven. Je kreeg onwillekeurig het gevoel deel uit te maken van zijn leefwereld.

In een combinatie van uitgebalanceerd taalgebruik en een geringschattende manier van doen, voerde hij je mee naar de catacomben van de Bank waar hij zijn bestemming gevonden had. Dit was minder vreemd dan het mag lijken: hij kwam uit een geslacht van bankiers, al hadden zijn voorvaderen hun beste dagen lang geleden beleefd.
Gebleven was de neus voor geld en een hang naar vakjargon. Zo gebruikte hij eens het woord SWAP. Dit deed een geheim vermoeden, dat werd bewaakt door poortwachters als referentierente en couponfrequentie.
SWAP: ik begreep dat het ene risico werd ingeruild voor het andere, maar was onmachtig de reikwijdte te overzien.
Misschien zweeg ik omdat ik het zelf redelijk voor elkaar had. Welvaart schept gemakzucht.

Werkzaam in een vage functie zonder invloed op de apenrots, zat hij desondanks dichtbij het vuur waar het echte geld werd verdiend. Echt geld, dat betekende veel geld. Hij beschreef dit legertje van snelle maatkostuums als een troepje elite cowboys, onvoorspelbaar en doeltreffend, altijd on the move, van hotel naar commandoruimte met driehonderd beeldschermen, vastberaden om die ene grote klant te besluipen, vast te pinnen en leeg te schudden. Voorkennis was het toverwoord, competitie de norm. Vrouwen en drank waren nimmer veraf en commodity’s werden achteloos aangeschaft, afgeboekt van een duizelingwekkende bankrekening die almaar aangroeide.
Hier stond tegenover dat er strak gescoord moest worden, want je stond zomaar weer op straat.

Hoe kwamen we tot dergelijke gesprekken? Niet door mijn inbreng, kan ik veilig stellen.
Dat het bezit van een villa of Maserati zorgen geeft, zoals de vriend herhaaldelijk aangaf, maakte op mij weinig indruk. Zulke zorgen wilde ik ook wel. Ik concludeer dat de vriend zelf het onderwerp steeds aanroerde, misschien omdat het hem frustreerde dat hij een gewoon salaris had, maar eerder vermoed ik bewondering, een zekere vertedering voor de vrijbuiters rond hem.
Al voelde ik geen sympathie of zelfs betrokkenheid, begrijpelijk vond ik het wel. Het moet heerlijk zijn een glaspaleis binnen te vallen, slechts te groeten wie je van nut is of er lekker uitziet, te schateren met de baas achter een wand met kunstwerken en als enige een verse sigaar te mogen opsteken. Je wordt begeerd en bewonderd om de vangsten die je doet, de lepe contracten die je afsluit, de brutaliteit waarmee je klanten oprolt. Ik snapte dat mijn vriend in die omgeving graag aanschurkte tegen de wonderboys temeer hij bij dezelfde roeiclub was aangesloten. Je moet wat met je leven.

Tegelijk ging er een soort verveling vanuit. Ik luister niet graag een halve avond naar geldzaken. Het ontbreekt mij aan compassie met onbekenden die hun leven lang geen euro schenken aan de verkoopster van de Daklozenkrant. Toch heb ik wel iets opgestoken van de uiteenzettingen en verwonder me met terugwerkende kracht nooit dieper te hebben doorgevraagd over zaken die mij destijds al bedenkelijk voorkwamen. Tegelijk denk ik, dat we hier niets mee waren opgeschoten en de sfeer bedorven was. Enige onnozelheid in een vriendschap kan geen kwaad.

Waarom ging deze man met mij om? Ik vermoed dat mijn nuchterheid hem aantrok en het gegeven dat ik nu eenmaal overal een mening over heb. Of anders was het wegens mijn vrouw, wier onbevangenheid hij graag in zijn voordeel uitlegde. Hij was weliswaar gezegend met een kind, maar zijn vrouw was allang vertrokken en een nieuwe bleef uit ondanks verwoed zoeken via dating sites. Dat krijg je ervan wanneer je op voorhand een waslijst van eisen opstelt en eigenlijk een hoer annex huishoudster zoekt.

Hij is verdwenen in het zwarte gat. Na enkele vervelende situaties en incidenten waarin ik het onderwerp werd van zijn wegwerpcultuur, stopte ik plompverloren met de vriendschap.
Ik denk aan hem omdat hij vertoefde in de machtspaleizen van het grote geld en nog grotere schuldenlast. Zijn Bank moest overeind gehouden worden met gemeenschapsgeld, maar werd na afwenden van het instortgevaar niet gesaneerd. Zijn malafide directeuren werden niet opgepakt, de cowboys trokken een ander jasje aan of reisden voorgoed af naar de Antillen. Aan de machtsposities veranderde niets, want de belangen zijn onverminderd groot en diffuus. Concurrent en medeplichtige RABO is inmiddels bestraft voor rentefraude en gaat naar de beurs. Het geleuter over solidaire boeren als basis van een oerdegelijk banking system kan definitief in het mausoleum worden bijgezet. Aandelenbezit wisselt tegenwoordig met de snelheid van het licht en niemand weet dus op enig moment wie eigenaar is van een Bank.

Beweringen dat de economie weer aantrekt en het ergste achter de rug is, kunt u beter met een schep zout nemen. Achter de glazen gevels van de cowboys tikt een tijdbom van een ongekend type. Deze bestaat uit de totale som van oplopende schulden van particuliere huizenbezitters die onder water geraken, kwakkelende bedrijven waaraan leningen werden verstrekt, waardeloze onderpanden als kantoorgebouwen, gebakken lucht bezittingen gebaseerd op wisseltrucs met valuta, en zo verder. De burger wordt ingeprent dat er echt niemand bestaat die voor een fors maar begrensd inkomen baas van een Bank wil zijn. Dus zoemen er alweer derivaten van de bonuscultuur rond.

Gemeenten en andere overheden dreigen mee te gaan in de neergang, vooral waar ze hebben gespeculeerd met bouwgrond en megalomane bestuurslocaties voor zichzelf hebben doen oprichten. Het is immers geweldig om als portefeuillehouder een tastbare erfenis achter te laten waaraan je naam is verbonden. Denk hieraan wanneer u een heimachine hoort beuken.

De vriend kocht een huis onder vanzelfsprekend gunstige hypothecaire voorwaarden, in een tijd dat alle rook omhoog ging en nimmer neersloeg. Behendig wisselde hij nadien enige keren, pakte de winst en de subsidie die de overheid beschikbaar stelde om gemengde buurten te scheppen, verliet deze met een zak geld en zo verder.
Bij deze overheid werkte ik.
Van gemengde buurten kwam niets terecht. Binnen de kortste keren stonden vijandige jongeren ongegeneerd het huis van de vriend binnen te kijken, spoten graffiti op de brandnieuwe buitenmuur en duwden een brandende krant in zijn voordeur.
Mensen willen niet gemengd wonen.
Bovendien verschoof de politieke aandacht. In de jacht op geld nemen gemeenten en woningcorporaties het scheef wonen op de korrel. Wie meer verdient, moet ook meer huur gaan betalen. Een nieuw geweldig idee van de Partij die wij op kantoor dienden. Wie gaat dubbele huur betalen voor een woning in een Pracht- en Krachtwijk ? Een vreemde manier om gemengde buurten na te streven.

In het geweld van de crisis naderde de voormalige vriend de leeftijd om op te krassen. Hij zal ongetwijfeld een prima regeling hebben meegekregen. Daar was toen nog voldoende gemeenschapsgeld voor beschikbaar. Maar of hij een vrouw vond, waag ik te betwijfelen.
En mocht dit zo zijn, dan hoop ik dat zij een gat in haar hand heeft en af en toe Swap zegt.

Monk
28 januari 2014
(foto: Monk)

Print Friendly, PDF & Email

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.



De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.