Dinsdag 30 april 2013. Een datum om te onthouden. Het land heeft een nieuwe Koning! Herman van Veen heeft er een aubade voor geschreven, dus dan weet je dat het goed zit. Hulde!
Vroeg in de morgen reed ik met de auto naar Hoorn. Dit doe ik al jaren op Koninginnedag. De binnenstad dateert nog uit de dagen der VOC, de Gouden Eeuw toen Nederland nog helemaal geen koninkrijk was maar een republiek.
Ik loop hier graag rond alvorens de meute de vrijmarkt overstroomt, orkestjes en draaiorgels beginnen te rampetampen, rookslierten van Kebabkramen opstijgen en een deel van de burgerij met het zuipen aanvangt. Tegen die tijd ben ik vertrokken.
Rondscharrelen tussen de aangeboden zolderruimingen zonder op jacht te zijn. Ik scoorde desondanks Erflaters van onze Beschaving van Jan en Annie Romein, de cd The Best of Nick Cave& The Bad Seeds, plus de film Reservoir Dogs van Tarentino. Een mooie combinatie, ongeveer het tegendeel van wat Koninginnedag uitstraalt.
Ik heb een extra reden om bij 30 april stil te staan. Het is namelijk de laatste dag van mijn dienstverband bij de overheidsinstelling welke ik bijna 30 jaren naar eer en geweten heb gediend.
Een maand geleden tekende ik voor mijn vertrek en precies op deze laatste Koninginnedag hield het op. En nu de vrijheid tegemoet? Mogen Wij Monk even lachen?
Al heb ik moeite met de verandering, er valt weinig te treuren over mijn vertrek. Het was van meet af een moeizame relatie, getekend door een opeenstapeling van reorganisaties en verhuizingen, politieke grillen en een estafette van managers. Aan de toekomst is weinig hoop op verbetering te ontlenen: massale ontslagen hangen in de lucht met navenante strijd om de resterende plekken. De achterblijvers mogen zich een slag in de rondte werken tot ook zij worden vervangen door computers, volgestouwd met geformatteerde formulieren en voorgebakken antwoorden op ongestelde vragen. Tot deze bergbeklimming ben ik niet meer bereid noch in staat.
Ik hing een paar uur rond in de binnenstad, bekeek een monumentaal pand met protserige luiken en sierstenen, haastte mij langs een daverend draaiorgel, kocht een broodje bij een aardig Turks meisje en dacht na over de uitgestalde troep.
Onmiskenbaar zie je op een vrijmarkt de tijd opschuiven. Echt oudere spullen worden zeldzaam, ongetwijfeld met dank aan internet waar een permanente handel wordt gevoerd met goederen die iets waard zijn. Hier en daar zag ik een doos Mens Erger Je Niet en tafelgerei uit mijn jonge dagen.
Het meeste is evenwel hooguit een jaar of tien en maakt geen deel uit van mijn wereld.
Met de dingen gaat het als met de mensen: de tijd is autonoom en meedogenloos. Een enkele keer is er een datum als mijlpaal. Meestal lekt er ongemerkt iets weg, elke dag opnieuw.
Op de terugweg naar mijn doodstille dorp liet ik mijn gedachten drijven. Het laatste optreden ten kantore van de werkgever. We zaten in de zogenoemde Frankendael Zaal. Dit klinkt naar chique en zeer ruim, maar het is een gewone kamer. Hier werd mij een document voorgelegd dat reeds ondertekend was door iemand zonder gezicht. Voor de juiste tekst betaalde ik een jurist 800 euro uit eigen zak. De werkgever bleek namelijk niet in staat een foutloze tekst te leveren. Eerder dan nerveus was ik doodmoe van het voorafgaande gehannes.
Mijn krabbel betekende het einde van een tijdperk. Was ik bij machte geweest te blijven, dan wachtte mij het lot van kantoornomade. De afgevaardigde van P&O probeerde de gebeurtenis nog iets memorabels mee te geven door een paar woorden te zeggen, maar ze klonken naar wat de werkgever en ik elkaar al jaren te bieden hadden: niets. Na een half uur stond ik definitief buiten.
Eenmaal thuis van mijn bezoek aan de vrijmarkt, bleek ik precies op tijd om de Plechtige Momenten op tv mee te maken.
Beatrix ondertekende de Akte van Troonsafstand. De politieke elite en een groep excuusburgers keken ademloos toe. Camera’s projecteerden op een buitenscherm wat er binnen gebeurde. Tot genoegen van de media klonk gejuich en applaus, dat nog toenam bij de balkonscene. Een duizendkoppig en jong publiek zwaaide met vlaggetjes. Daar stond de Nieuwe Koning, Man van het Volk! En wat waren Máxima en de kinderen schattig gekleed! Ook elders toonden De Mensen in het Land, om een term van de bij de vorige troonswisseling al reactionaire VVD voorman Wiegel te gebruiken, niets dan vreugde en instemming.
Van mij mag het volk feestvieren, maar ik stel vast dat het kritisch vermogen is gedaald tot nul. Wie applaudisseert in vredesnaam voor machthebbers die over je lot beslissen? En dit zelfde zeg ik op voorhand tegen aanhangers van een republiek: reken tegen die tijd niet op mijn vanzelfsprekende applaus.
Na de tv beelden vetrok ik naar de moestuin. Op de fiets onder de zon. Een Kaapse eend met 5 jongen scharrelde rond, in de gaten gehouden door een lapjeskat die zich liever lui dan moe toonde. Ik las ergens dat grond niet slechts een economische maar ook een culturele waarde heeft. Hierover ga ik bij gelegenheid eens verder denken.
Monk
1 mei 2013
(foto:Monk)