Een uurtje rijden vanaf Hamburg en je bent midden in de natuur, de Elbe binnen handbereik: Alt Garge. Een ietwat vage dorpskern, een paar straten. Groen overheerst op de velden en in kleine bossen. Overdag tokkelen spechten op boomstammen, in de nacht krijst de uil. Verder is het vooral doodstil.
Met mijn vrouw verblijf ik op de camping waar je alle ruimte hebt. Op het eigenlijke veld staan weinig bomen, wat meer naar achteren sta je desgewenst de hele dag in de schaduw. Geen overbodige luxe met een dagtemperatuur die aanhoudend tegen of over de 30 C reikt. Een idylle, mag je zeggen.
Stoorzender van ons verblijf is de auto. Deze rammelt onrustbarend op de straten, vooral in de dorpen en stadjes met hun natuurstenen plaveisel. Reden om bezoek aan een garage te brengen in het naburige Bleckede, waartoe Alt Garge bestuurlijk behoort.
Herr Tipke is de aardige chef van een vakkundig autobedrijf. Het nieuws dat hij brengt, is minder gunstig: het stuurhuis is kapot en vervanging gaat veel geld kosten. Had ik maar een Lada moeten nemen en geen vermaledijde BMW. Het onderdeel moet besteld worden.
De lijnbus brengt ons terug naar de camping, maar via een fikse omweg. Het gaat door een landschap waarin je kunt wegdromen, al is het maar omdat er niets gebeurt. We komen door het dorp Barskamp dat even later weer oplost in leegte. Hier geboren worden en opgroeien. Mijn oerbeelden stammen van een ander stukje platteland, honderden kilometers verderop. Ik voel de verwantschap.
Een dag later zijn we weer in het kleinsteedse Bleckede. Er is een nette boekhandel. Ik heb alle tijd van de wereld en loop er binnen. In de schappen stuit ik op een stukje lokale geschiedenis. Die Hölle in der Idylle, heet het boek en het is geschreven door John Hopp en Grit Petersen*. Zij verschillen 40 jaar in leeftijd, maar delen hun passie voor heemkunde. Bij toeval ontdekten zij dat hun woonplaats een bijzonder verleden heeft. In een theetuin voor antroposofen ga ik zitten lezen.
Die Hölle bedoelt een kritische noot te leveren op de eenzijdige lofzang die sinds jaar en dag over Alt Garge als rustgebied vol natuurlijke schoonheid wordt uitgedragen. Het is de kwaal van Duitsland: overal waar je komt, kun je op het verkeerde been worden gezet. Maak een simpele wandeling, rust op een bankje, geniet van de natuur en plotseling zie je verroeste rails in een bos lopen, doemt een ruïne op, proef je de organisatie van de dood.
Zo ook in Alt Garge. Nietsvermoedend loop ik het bos in achter de camping. Na een paar honderd meter doemt een ronde en afwerende toren op. Wat kan dit zijn? Het gebouw staat solitair tussen de bomen. In de diepte verderop glinstert de Elbe. De afdaling is me te steil, het pad te onzeker. Ik maak een foto, wordt belaagd door een horzel en loop terug.
In Alt Garge werd tijdens WO II een elektriciteitscentrale gebouwd om Hamburg van stroom te voorzien. Het complex moest buiten bereik blijven van geallieerde luchtbombardementen. De bouw werd ter hand genomen door dwangarbeiders uit het naburige KZ Neuengamme. De gevangenen bestonden voornamelijk uit Polen die de Opstand van Warschau* overleefden, maar ook uit Denen en Noren. Het werd geleid door de SS. De doden werden op een kerkhof in Barskamp gedumpt, het dorp waar we argeloos met de bus doorheen reden. Het gebouw waarop ik stuitte in het bos achter de camping, is de watertoren die behoorde bij de krachtcentrale. Dit is Duitsland.
Na de oorlog werden in Aussenlager Alt Garge Duitse vluchtelingen uit de Ostgebiete opgevangen. Menigeen zal de hemel geprezen hebben, want aan de overkant van de Elbe hielden de Russen huis. Weinigen zullen zich hebben afgevraagd waarom de barakken die hen tot onderkomen dienden, juist hier stonden en wat zich er had afgespeeld.
Een verschijnsel dat de naoorlogse Bondsrepubliek kenmerkt, is de endemische vergeetachtigheid. Waar in de DDR het nazi verleden werd getoond en verfoeid, daar leed men in het westen aan collectief geheugenverlies. De onderzoekers Hopp en Petersen hadden de grootste moeite hun stukje lokale geschiedenis boven water te krijgen. De hel is allang weggedrukt, slechts de idylle wordt gekoesterd.
Herr Tipke komt de gerepareerde auto brengen. Zo bespaart hij ons het wachten op de bus. De camping van Alt Garge ligt nogal van de bewoonde wereld. We rijden hem terug naar zijn garage om de rekening te voldoen. De auto is grondig hersteld: er rammelt niets meer onder de wielen. Onderweg vangen we een glimp op van de Elbe, de rivier waarover de nazi’s hun oorlogsbuit verplaatsten, berooide vluchtelingen het vege lijf redden, DDR wachtposten een halve eeuw door hun kijkers loerden naar de perfide vrijheid. Duitsland is een land waaraan je nooit gewent.
Monk
9 augustus 2014
(foto: Monk)
*John Hopp & Grit Petersen: Die Hölle in der Idylle. Das Aussenlager Alt Garge des KZ Neuengamme, Hamburg 2013.
*Opstand van Warschau, oktober 1944, 200.000 doden, 60.000 gevangenen.