Zeker weten. Overtuigd zijn. Beslissingen nemen. Iets doen. Het voortouw nemen. Processen in werking stellen.
Bekende klanken. Ze wekken de indruk dat er een weg is die gekend kan worden en ook wordt gekend, zij het niet door iedereen in gelijke mate. Een weg die bovenal voor verreweg de meesten van ons ook de beste is, het meeste oplevert, humaan is, perspectief biedt, gerechtigheid meebrengt en naar de laatste mode ook geheid duurzaam zal uitpakken. Vertrouw uw leiders.
Waarop is zelfverzekerdheid gebaseerd? Op positie? Ambitie? Onverschilligheid? Aangeboren dominantie? Overtuiging? Gebrek aan tegenspraak? Is het een psychologisch drukmiddel dat draait op testosteron? Leven we er de facto maar wat op los en rationaliseren we de gang van zaken gaandeweg of achteraf? Is zelfverzekerdheid gesublimeerde vrees voor chaos?
Of gaat het weldegelijk om bewustzijn of een zwak ontwikkeld geweten? Is het wellicht prettig voor anderen waar het hen ontslaat van te nemen verantwoordelijkheid?
In een samenleving die rusteloosheid bestrijdt met drang naar veiligheid en controle, past het minder om iets niet zeker te weten. Met twijfel wordt slechts geflirt. Dat we in financiële en andere maatschappelijke scenario’s zijn beland die, naar geregeld wordt beweerd, niemand kon zien aankomen, mag dan ook een raadsel heten, om niet te zeggen een gotspe. Als in Nederland nog eens langdurig de elektriciteit of de draadloze communicatie uitvalt, zal de paniek niet te overzien zijn.
Conditionering. Groepsgedrag. Leiband. Misleiding. Dwang en manipulatie. Onaangename termen, dan nog in een land dat zich democratie noemt en dit afgemeten aan andere vormen van staatsorganisatie ook mag doen. Desondanks: het zijn woorden die verwijzen naar ondoorzichtigheid, willekeur en controle. Liever spreken onze leiders van transparantie, om niemand op het idee te brengen dat er zaken zijn die worden genegeerd of weggemoffeld. Wie denkt dat democratie staat voor inlevingsvermogen en de bereidheid anderen en andersdenkenden een gelijkwaardig bestaan te gunnen, moet Herbert Marcuse maar weer eens uit de boekenkast nemen. Elke tolerantie is repressief, weet u nog?
Het geval Henk Krol verschaft een goed voorbeeld van gezichtsbedrog en de risico’s die zelfverzekerdheid meebrengen. De (ex) voorman van 50+ toonde zich een gedreven, onvermoeibare man, overal aanwezig en op de bres voor een dringende zaak: bescherming van de pensioenen in een samenleving die ouderen steeds minder welgevallig is. Een man aan wie velen hun sympathie hebben betuigd, in onwetendheid over de werkelijke drijfveren van Krol.
Nu is Henk door het ijs gezakt en ontmaskerd. Jarenlang besodemieterde hij zijn werknemers van de Gay Krant met precies de kwestie waarvoor hij het meest vaak op tv te zien was: pensioenrechten. Henk droeg langdurig geen pensioenpremies af van zijn personeel. Hij kon het geld wel beter gebruiken. Voor zijn homo hobbykrantje bijvoorbeeld.
Voormalige ondergeschikten kunnen zijn bloed wel drinken. Niet alleen wegens de fraude die hen tot in lengte van jaren benadeelt, maar vooral en met terugwerkende kracht door zijn dagelijkse gedrag als chef, dat neerkwam op manipulatie, intimidatie en kleinering. Henk is iemand die je leven kan verpesten en hierover later desnoods alles bij elkaar liegt. Verhelderend was het moment waarop hij op tv de schuld van zijn ondergang toedichtte aan een secretaresse die post zou hebben achtergehouden. How low you can get.
Mijn vijanden hebben gewonnen, meldde Henk nog steeds verongelijkt en obstinaat. De mensenvriend ontpopte zich tot ordinaire machtswellusteling, een paranoïde bemoeial van de soort die ik in overheidsdienst al vaker tegenkwam. Een vriend voor de camera, een roofdier voor zijn werkomgeving. Het is te hopen dat de benadeelden hem voor de rechter brengen.
Hoe vaak heb ik mensen moeten aanhoren die het zeker wisten? Had ik de tel bijgehouden, dan was ik in het gekkenhuis beland of boekhouder geworden, wat voor mij op hetzelfde neerkomt. Onderweg ben ik gevlucht in cynisme en heb ik geprobeerd mijn echte aandacht te verplaatsen naar doelen en onderwerpen ver buiten het bereik van deze idioten.
Glasharde beweringen werden gedaan tegenover een zaaltje vol collega’s. Onwaarschijnlijke verklaringen, gebracht met veel fanfare. Loze beweringen en gezochte argumenten, ingebed in groepsdynamiek. De zegeningen van een nieuw systeem werden enthousiast toegelicht, waar je aanvoelde dat er een andere agenda onder lag.
Natuurlijk moesten we ons voor personele zaken aansluiten bij een centrale organisatie. Dit bood zoveel voordelen, dat de vraag rees waarom het al die jaren achterwege bleef. Een leuk bedoelde film met nep acteurs die even verbaasd als vrolijk en opgelucht waren over zoveel prettig nieuws, begeleidde de introductie.
Nadat ik een spontane schaterlach had onderdrukt en bijna Hail Hail Rock and Roll! was gaan roepen, voelde ik hoofdpijn opkomen. Wat bezielde deze mensen om aanwijsbaar pertinente onzin uit te kramen? Of dachten zij werkelijk dat hun woorden de werkelijkheid weergaven, of erger: dat wij de aangeboden lulkoek smakelijk zouden vinden?
Want dit is wat ik altijd het ergste vind: de impliciete belediging die van leugens uitgaat. De ander schijnt te denken dat je een ezel bent, of het kan hem of haar geen donder schelen wat je ervan vindt omdat jouw mening er toch niet toe doet.
Mea culpa. Ik heb mij ook wel eens aan bovenstaande bezondigd. Zo stond ik een keer voor een groep brugklassers, voor wie ik een project over de bouw van piramides in Egypte had gemaakt. In overeenstemming wat ik hierover had gelezen, beweerde ik dat deze monsterwerken werden gemaakt door lokale boeren en natuurlijk vaklui van overal. Maar niet door slaven. Dit zei ik met nadruk: niet door slaven. Terwijl ik dit uitsprak, proefde ik de onzin van deze bewering. Egypte werd machtig en rijk door oorlogvoering en handel. Oorlog betekende dat overwonnenen in slavernij werden afgevoerd. Duizenden mensen werden als buit weggesleept van huis en haard, meestal opgezadeld met een lot erger dan de dood. En Egypte zou hen met rust hebben gelaten? Domme aap die ik was iets anders te beweren. Bij het navolgende proefwerk repareerde ik de kwestie een beetje. Ik rekende alle antwoorden over de bouw goed, zolang er maar niet stond dat ze door de Kerstman waren afgeleverd.
Zeker weten. Het is de voorbode van een initiatief, een handeling die ver kan strekken. De Amerikaanse ex president Bush en zijn Daltons wisten zogenaamd zeker dat Irak over massavernietigingswapens beschikte. Aarzelende rapporten van de CIA werden in de onderste lade van een vergeten bureau opgeborgen. Wie riep dat het om de olie ging, kreeg klappen en nooit meer een baan bij de overheid. Inmiddels is Irak in een burgeroorlog belandt die bijna dagelijks doden oplevert. En benzine kost meer dan ooit tevoren aan de pomp.
Monk
9 oktober 2013