Voor ik het wist, bleken we in een Koude Oorlog te zitten. Een gezamenlijk doel fragmenteert in persoonlijke belangen. Stoelendansen beginnen met het beleefd uitwisselen van informatie en monden gemakkelijk uit in ordinaire straatgevechten. Hierbij wordt de druk van buitenaf ervaren als een gegeven waarover nauwelijks vragen worden gesteld.
Nog altijd word ik regelmatig wakker met een slecht gevoel. Ik lig op mijn rug met samengeknepen handen op mijn buik, alsof ik mijn ingewanden binnenboord moet houden. Stress, de nieuwe ziekte. Flarden van dromen lichten op in het bewustzijn en doven uit als slecht vuurwerk. Een enkele keer blijven beelden voldoende lang plakken om het geheugen in de gelegenheid te stellen ze op te slaan. Ook zonder het laatste boek van Draaisma* te hebben gelezen, weet ik hoe het werkt: dromen zijn chaotisch en onwaarschijnlijk, althans naar maatstaven van de ratio. Om die reden hebben we de neiging om in het proces van ontwaken de beelden te interpreteren en een kader te verlenen, een samenhang. En juist dit proces toont hoe wij in elkaar steken en wat onze identiteit is.
Stress ondermijnt het vertrouwen in anderen en in jezelf. Als het lang duurt, begin je slechter te functioneren. Niet perse meteen in je werk, maar als mens over de hele linie. Je stelt prioriteiten tot er niets meer te stellen valt en ook datgene voor de bijl gaat, wat je als belangrijkste voor het laatst had bewaard. Stress kost de samenleving miljarden omdat mensen motivatie verliezen of door ziekte uitvallen. De gevolgen wegens verzwakte sociale samenhang en soms compenserend wangedrag laten zich moeilijker meten en bewijzen, maar bestaan weldegelijk. In bedrijven als France Telecom en Ford Genk leverde het een stevige toename van zelfdodingen op. Stress, het gevolg van oprekken en afknijpen, flexibiliseren en inkaderen, het maakbaar maken van mensen, het verhogen van eisen en het afnemen van waardering of zelfstandigheid. Leven om te werken, leven als straf.
Voor de zoveelste keer na hoelang alweer niet op kantoor te zijn geweest, droomde ik weer eens hierover. Je komt in dromen nooit verder dan het moment waar de realiteit ophoudt. Conflicten hebben bovendien het eeuwige leven wanneer je ze steeds opnieuw aangaat.
Er was een akkevietje van gering belang met een collega in een aanpalende werkkamer. Dit berustte op een misverstand. In mijn afwezigheid was over het voorval gesproken dat hiermee uitgroeide tot een algemeen ongenoegen aan mijn adres. Hiervan werd ik mij bewust toen ik weer achter mijn bureau zat. Ik begaf mij naar de betreffende collega’s en legde de zaak uit.
Dit was inhoudelijk eenvoudig, maar ergens voelde ik dat er hoe dan ook schade was ontstaan. Mensen zoeken steun bij elkaar en hebben een bliksemafleider nodig. Deze rol was aan mij toebedeeld. Langzaam maar zeker voelde ik de stress toenemen en neerslachtigheid opkomen. Zo werd ik wakker.
Dromen kunnen aanleiding zijn tot interpretatie en zingeving. Er is een keuze dit na te laten, maar het maakt deel uit van je wezen in hoeverre je hieraan toegeeft. Niemand immers wil de dag ingaan met een naar en zwaar gevoel over de voorbije nacht. Je probeert er mee om te gaan en er het beste maar van te maken. Negeren is geen oplossing, tenminste niet op de lange termijn. Waar eenmaal een betekenis is ontstaan, mag of moet je vragen stellen of dit beeld klopt en hoe je er een andere wending aan kunt geven. Niet iedereen schijnt hier overigens last mee te hebben.
Onverwerkte zaken. Mogelijk onoplosbare zaken. Niet slechts in de droom, maar ook in het echte leven bij daglicht, druk verkeer, open en dichtgaande kantoordeuren, een opstartende computer, papieren van de volgende dag en de vaststelling dat er geen schoonmaakploeg is langs geweest.
Een stoelendans was begonnen op grond van een bezuiniging die natuurlijk anders werd genoemd. Deze bood meteen gelegenheid de afdeling tegen het licht van de TL buizen te houden. Als je toch bezig bent, kun je dit meteen meepakken. Dit alles werd aangeboden in een bijna opgewekte sfeer van kennelijke kansen. We konden maar blij zijn met zulke vooruit denkende leiders.
Omdat ik noodgedwongen voor 50% werkte, ontbrak ik geregeld op kantoor. In het algemeen was de werkdruk goed te dragen, maar wel bij gratie van een zekere stabiliteit. Reorganisaties horen daar niet echt bij. Ze leiden tot vergaderingen en voorlichtingsbijeenkomsten, subgroepen, nieuwe belangen en bondgenootschappen, onverwachte strategieën en gedragswijziging.
Er ontstaat onzekerheid, wantrouwen en rusteloosheid. Posities worden ingenomen, kansberekeningen gemaakt, lijken uit de kast geruimd en plotseling is er een reden om een grote taart aan te snijden, een geschenk van het management.
Ik sloeg wel eens een bijeenkomst over, want anders bleef mijn gewone werk te lang liggen. Als gevolg hiervan miste ik natuurlijk een en ander. Niet zozeer het inhoudelijke deel (hiervoor kon je de notulen lezen of je door een kamergenoot laten bijpraten), maar meer op het terrein van groepsprocessen en aanverwante zaken.
De politiek, met in haar kielzog het management, had besloten tot een zekere afslanking, ofwel enkelen van ons zouden het veld moeten ruimen. Zaak was te bepalen welke personen dit aanging. Het is ook een tactiek: laat de werkvloer maar even zweten, dan komen de gewenste krachten vanzelf boven drijven.
Onvoldoende alert op komende strijd, met het voornemen in ieder geval mijn gangbare werkzaamheden bijtijds te vervullen of uit weerzin om telkens opnieuw in een vergaderruimte zonder ramen naar elkaars halfvolle of halflege koffiebeker te koekeloeren, was ik achtergebleven op de werkkamer. Het is prettig om een poos alleen te kunnen werken. Om dit te bevorderen, had ik inkomende telefoontjes laten afvangen bij het secretariaat.
Na een uur kwamen de collega’s terug, in kennis gelouterd en van mening dat ik alle gelijk van de wereld had om gewoon door te werken. Een inschattingsfout, want ik had weldegelijk bij de vergadering moeten zijn. Dit bleek naderhand. Mijn afwezigheid had anderen gelegenheid geboden aan de poten van mijn stoel te zagen.
De vraag is hier niet, of bovenstaande voor mij goed of verkeerd afliep. Het gaat om de processen die op gang komen wanneer in de werkkring belangrijke veranderingen voor de deur staan. Het gewone werk kan blijven liggen, want dit ligt er de volgende dag ook nog. Om te overleven, moet je meedraaien in de groep, je partners kiezen en andere laten vallen, de chef inschatten en stroop om de mond smeren of juist zijn belagers steunen. Laat het na en je krijgt vroeger of later de rekening op je bord. Een kleinigheid kan aanleiding zijn tot de aangroei van een onbeheersbaar kwaad. Voor je het weet vallen de muren om, staan deuren te klapperen in de wind en lig je na vijf jaar nog over de kwestie te dromen. Met samengevouwen handen op je buik om de ingewanden op hun plek te houden.
Monk
17 oktober 2013
* Douwe Draaisma: De Dromenwever, ISBN 9789065540607