De tijden veranderen maar de mensen niet, luidt een veelgehoorde opvatting.
Klopt dit wel?
Meer dan 30 jaren werkte ik in kantoren. Verschillende functies en werkzaamheden werden mij toevertrouwd. Ik ging om met mensen en geld, overlegde en berekende, haalde deadlines of niet, zag plannen opkomen en verdampen, leerde taal en teken met beperkte houdbaarheid. Op een dag was het voorbij. Zoals alles.
Toen het eenmaal over was, resteerden allerhande gedachten en gevoelens van schuld en nutteloosheid, maar niet van een verlangen de tijd terug te draaien. Nimmer kwam de behoefte bij me op bepaalde dossiers nog eens te kunnen inzien, geldstromen te begrijpen, besluiten tegen het licht te houden. Het interesseerde me niet meer. Sluit ik mijn zintuigen af, dan ervaar ik vooral een diep verlangen in lang gras te gaan liggen en te verdwijnen in het niets. Soms zie ik mezelf in de derde persoon: iemand uit het onafzienbare leger der levende doden wier bestaan werd bedacht in vergaderruimten, grafieken en getallen van ambtenarij en politiek.
Hoe anders ligt het met de periode welke aan mijn kantoorleven vooraf ging. Al bijna een halve eeuw opgeheven, maar nog onverminderd aanwezig. Hierbij ben ik weldegelijk bedacht op of zelfs beducht voor een valse voorstelling van zaken, zeg maar nostalgie naar het land van ooit. De beelden, geluiden en zelfs geuren lijken evenwel onuitroeibaar. Snuif ik ergens onderweg de geur op van vers gemaaid gras of hooi, dan treedt er onmiddellijk een fysieke verandering in me op. Er daalt rust neer en mijn ademhaling komt uit grotere diepte. De aanblik van een oud schoollokaal of een kantoor daarentegen, roept een van vroeger herkenbare vrees en afkeer op. De mens is slechts beperkt maakbaar.
De tijden zijn veranderd en dit is zacht uitgedrukt. Op oude foto’s en in geschiedkundige filmpjes ervaar ik mijn ontzetting over de steentijd die ik nog meemaakte. Was ik dezelfde als toen, dan kon ik meteen door naar het gekkenhuis. Ik zou niets van de hedendaagse wereld begrijpen.
Het brein verandert met de omstandigheden en de eisen die eraan worden gesteld. De blauwdruk blijft ongewijzigd, maar er wordt een laagje gelegd over de genen die er even minder toe doen. Dit is een van de vele inzichten van recent hersenonderzoek. Uw hersenpan gaat andere verbindingen aan, laat achterwege wat minder gebruikt wordt en ontwikkelt waaraan behoefte is. Enfin, laat u het zich vooral door iemand uitleggen die er echt verstand van heeft. Mijn punt is, dat u niet dezelfde bent als 10 of 50 jaar geleden. En toch weer wel.
Het meest opvallend en schrijnende is dit verschijnsel bij dementerenden en mensen die wegens een andere ernstige ziekte te maken krijgen met medicijngebruik. De persoonlijkheid verandert, het geheugen wordt gesloopt. Ingeval dementie kan een brein tot op 30% of erger worden vernietigd. En toch is er dan ineens weer de glimp van hoe het was, de persoon van lang geleden en bij die mens een plotselinge terugkeer van herinneringen of inzichten. Het brein is fascinerend en tegelijk het bewijs van onze betrekkelijkheid en voorbestemming tot verdwijnen. Nou ja, ook zonder ziekten verkruimelt en verdampt het leven. Merkwaardigerwijs kunnen we onszelf en anderen lange tijd wijsmaken dat het anders ligt. Geniet er maar van, zou ik zeggen.
Monk
7 juni 2015
(foto: Artbitch6/Monk)