Monkwise

columns verhalen fotografie

Tijdklutser

Mijn jonge jaren van isolement en onwetendheid bestonden vooral uit een verleden. Het heden werd hieruit bepaald: naar normen en waarden, een onaangetaste omgeving, beperkte mobiliteit en communicatie. Voortgang verliep traag. De dagen waren zwaar van herhaling. Dit gold ook voor muziek. Bij ons thuis werd naar klassiek en kerkgedreun geluisterd. Het was pakweg 1960, maar het had ook 1920 kunnen zijn. Een enkele radio zorgde voor eenzijdig contact met de buitenwereld, maar deze houten kist was voorzien van een radicale knop. Wij kinderen leefden goeddeels als onze grootouders.

De omslag kwam zoals overal in de jaren 60. Dit klinkt dramatischer dan het aanvankelijk was. Zelfs in de sixties was sprake van traagheid, gevoed door geleidelijk toenemende welvaart, deels omgezet in vrije tijd. Stad en platteland hielden bovendien geen gelijke tred. Wally Tax en zijn Outsiders speelden al het behang van de muur in Amsterdam, toen in de polder de zingende domineeszoon Cliff Richard nog misprijzend werd aangehoord. En wij woonden hemelsbreed 20 kilometer van de hoofdstad.

Op een dag bezweken desondanks de polderdijken. Moeder probeerde haar huis met repressie schoon te houden, maar het was te laat. Ineens stond ik in de woonkamer clandestien verworven singeltjes te draaien: Crossroads van Clapton, Satisfaction van de Stones, All or nothing van de Small Faces. Op alle mogelijke manieren probeerde ik aan nieuwe muziek te komen en te beluisteren. De moeite die je moest doen, bepaalde mede het belang van het nieuwe en bracht tegelijk een scherp besef mee van tijd.

Muzieknummers komen en gaan. Een nieuw verleden groeit vast aan het heden. Helaas had ik het te druk met oorlog voeren tegen het oude verleden om voluit van dat heden te genieten, laat staan te komen tot bruikbare denkbeelden over zoiets als een toekomst.  Hierover dacht ik pas jaren later na en eigenlijk is het nooit goed gekomen. Wie vooruit wil, zal de tijd moeten ervaren als een waterstroom, wind die over het land strijkt. Greep op het heden vond ik al lastig, laat staan de zelf gestelde taak van het verleden een alfabetische dossierkast te maken.

Met name de opkomst van internet heeft een diepgaande  maatschappelijke verandering teweeggebracht. Verleden en heden zijn op hetzelfde niveau gebracht door onbeperkte beschikbaarheid van beeld en geluid.  Alles is heden, alles is nieuw. Vandaar dat jongeren oudere muziek consumeren alsof het nieuwe is. Zij worden enthousiast van de Rolling Stones, al hadden die hun hoogtijdagen rond 1970, zowat een halve eeuw geleden. Geen enkel bezwaar kennelijk: jongeren beschouwen de band als hun eigen muziek, gemakkelijk af te wisselen met The Kooks of afgeleefde punk. De muziek is niet langer een  signaal van een historische periode, maar dient de eigen emotie, de beleving van iets dat geen geschiedenis heeft.

Veel popmuzikanten werken hieraan van harte mee door oeverloos voort te borduren op klankbeelden en ritmes van een halve eeuw geleden. Echt veel nieuws komt er maar niet los. Goede muzikanten worden gemakkelijk gedumpt voor een toffe DJ, dat is iemand die andermans muziek in de gewenste volgorde draait. Volgorde? Ja, van de stemming, de emotie, de beleving van het eigen ik van de feestklant op de dansvloer. Bejaarde artiesten stropen de podia af, toegezongen door jongeren die hun kleinkinderen konden zijn. In mijn jeugd probeerde ik juist de muziek van de voorgaande generatie te mijden en dan reken ik mijn arme ouders niet eens mee.

Internet met haar 1001 mogelijkheden en onbeperkte aanvoer van muziek, werkt flink mee aan het klutsen van de tijd. Alles bijeen valt er hierdoor juist weinig te beleven. Oppervlakkigheid is troef. Jonge muzikanten worden snel rijk en beroemd of komen nergens aan de bak, met dank aan hun gebrek aan volhardende eigenheid, de wispelturigheid van het publiek  en het verdienmodel van platenmaatschappijen. De tijd wordt beleefd als een permanent heden. Waarom willen mensen dit? Is het gemakzucht en zelfoverschatting? Is het omdat techniek het mogelijk maakt? Maar techniek volgt wat mensen aanspreekt. Is het fatalisme, omdat niemand de veranderingen echt kan bijbenen?

Monk,
21 februari 2018
(foto: Monk)

 

Reacties zijn gesloten.