Monkwise

columns verhalen fotografie

De laatste roker

Eisenach

Ooit leefden we in het Rokersparadijs. Het is geen man die niet roken kan, luidde een van de vele reclame slogans. In deze zin lag meteen een cultureel fenomeen besloten: roken is voor mannen. Rokende vrouwen refereerden aan ondeugd of zelfs prostitutie. Zeker benoorden de rivieren werden vrouwen evenmin geacht in een café te zitten, al helemaal zonder mannelijke begeleiding. Ook hippies waren hartstochtelijke rokers. Maar tijden veranderen. Vanaf de jaren 80, met de aarzelende opkomst van de gezondheidscultus en het maatschappelijk presteren, nam het verzet toe. De overheid volgde schoorvoetend. Tabaksaccijns was een gewilde inkomstenbron. Voorlopig werd daarom vooral de consumentenprijs verhoogd.

Invoering van een rookverbod in de horeca volgde in 2008. Een wonder dat tot denken stemt over de zogeheten almacht van het bedrijfsleven. Bovendien volgde overal taai verzet van rokers, samen te vatten als een inbreuk op een vermeend verworven recht.  Het bleek een achterhoedegevecht. De dinosauriërs klonterden samen in gedoogde bezemkasten, rond peukenpalen,  in het fietsenhok en werden verjaagd uit de draaideuren van het ziekenhuis. Honderdduizenden asbakken verdwenen op de stort of leidden een onverkoopbaar bestaan op marktkramen. Op verpakkingen van sigaretten en sigaren werden verplicht schokkende teksten en foto’s over kanker en impotentie  gedrukt. Uit zo’n pakje durf je niemand een sigaret te presenteren.

De ooit talrijke tabakswinkels raakten uitgedund en hun etalages doen denken aan het voorportaal van een crematorium. Toch rookt nog altijd 22% van de burgerij en we hebben het hier niet perse over bejaarden of domme mensen aan wie geen argumentatie is besteed. Onder het vervolgingsbeleid herwint het roken zelfs hier en daar aan status. Verslaving bestaat bovendien echt. Fabrikanten mengen tabak opzettelijk met verslavende stofjes.
Philip Morris, gevestigd in een rood-zwarte monoliet bij Bergen op Zoom, moest in 2014 dan toch haar deuren sluiten. Vandaag produceert zij cast leaves voor heatsticks waarin tabak niet verbrandt maar wordt gesmoord, een halffabricaat. Maar de fabriek krimpt opnieuw.

De industrie, lange tijd in ontkenning van bewijsvoering (een mening), heeft haar echte afzetmarkt van lieverlee verschoven naar andere delen van de wereld. Onnozelaars genoeg op de aardbol. De claimcultuur in met name de USA is hieraan niet vreemd: met wisselend succes troggelden zieke burgers voor miljoenen aan genoegdoening af. Zelfregulatie werkt beter met een fikse stok achter de deur.

Wie ooit rookte en succesvol stopte, weet dit nog als de dag van gisteren. Afstand doen van rituelen en gewoonten wordt vaak neergezet als een prestatie. Het is een man die met roken stoppen kan.  Opgegroeid in de oude tijd, had ik alle kans te eindigen in de orde van nicotinejunks die voor hun kantoordeur staan te kleumen in de regen. Bijna 30 jaar geleden zette ik de knop om en stak nooit meer een sigaret aan. Fysieke problemen bleven uit. Moeilijk was het niet eens, een kwestie van motivatie. Niet de medische gevaren, stijgende prijzen of groepsdruk overtuigden mij, maar het inzicht dat ik aan de leiband liep van andermans belang, in dit geval de tabaksindustrie.

Nieuwe maatregelen om het roken tegen te gaan, staan in de steigers. In Finland mag je al niet meer in je eigen huis roken. Hier te lande wordt Het Kind ingezet om de lucht te zuiveren: roken in de auto in aanwezigheid van een kind komt straks in aanmerking voor een politieprent. Niet erg realistisch, maar wel een signaal aan de nog allerminst in haar eigen rook gestikte tabaksindustrie.

Of het roken definitief wordt uitgebannen, valt te bezien. En dan nog: de mens heeft behoefte aan experiment en een verzetje. Alcohol scoort onverminderd hoog. Nederland staat in de Top 5 van crystal meth producenten. Het blijft dweilen met de kraan open. Maar voor wat het waard is: leven in een rookvrij land mag vooruitgang worden genoemd.

Monk
4 juni 2019
foto: Monk

Reacties zijn gesloten.