Als kind mocht ik eens rondkijken in oorlogsmuseum Overloon. Wat me bijbleef, was de brute kracht die een vernielde tank uitstraalde. Routes, wederwaardigheden en oproepen tot vreedzaam gedrag gingen aan mij voorbij. Het enige dat me boeide, was die massieve mastodont op rupsbanden en het onverschillige geweld dat ervan uitging. Zou het overbrengen van deze simpele boodschap niet het doel moeten zijn van ieder museum dat aan oorlog refereert?
WO II bood het meest verwoestende strijdtoneel ooit. In Europa ging het om het innemen van Lebensraum en het plunderen van overwonnen volkeren, met als dieptepunt de genocide tegen de Joden en het voornemen om Oost Europese volkeren het lot van werkslaven te bezorgen. Een uitbraak van wangedrag die uiteindelijk werd gekeerd door even bruut geweld om de indringers te verdrijven en de oude orde te herstellen.
Europese musea die WO II presenteren (en dat zijn er nogal wat) tonen gewoonlijk voorwerpen en materieel dat na de oorlog achterbleef, bij voorkeur uitgestald op een historisch relevante plek: in een fort, een stad in de vuurlinie, een concentratiekamp. Fascisme wordt steevast voorgesteld als de ultieme vijand van de vrijheid. Terecht, al denk ik dat dit geldt voor alle totalitaire regiems, fascistisch, nationalistisch, communistisch, allemaal beroerd voor een prettig leven.
Het nazibewind voorstellen als exclusief stereotype van het Kwaad, verwordt met het verstrijken van de tijd al te gemakkelijk tot het excuseren of zelfs liefdevol omarmen van andere ideologieën (liberalisme) die in de uitwerking mogelijk even pervers zijn.
Laat je onderdompelen in de geheime en vernieuwende Duitse plannen voor de aanval op het fort! Volg de gids door het labyrint van onderaardse gangen naar de commandopost en een artilleriebunker. Aanschouw de desastreuze gevolgen van een nieuw type explosief, gebruikt voor de eerste maal in de militaire wereldgeschiedenis.
Aldus de tekst van museum Fort Eben–Emael, net over de Belgische grens. Oorlog als uitdaging en entertainment: lekker griezelen in het onderaardse. We schakelen zelfs even de verlichting helemaal uit om echte duisternis te bieden. Een andere knop laat het kanongebulder horen dat de manschappen teisterde. Deze zijn trouwens te bezichtigen in opstellingen die in een hedendaagse reclame absoluut bekijks zouden trekken: levensgrote poppen achter communicatie apparatuur (Media Markt?), in de cockpit van een zweefvliegtuig (Paragliding Holland?) en rond het bed van een gewonde soldaat (Achmea/Zilveren Kruis?).
Oorlogsmuseum Eyewitness in Beek (L) gaat een stapje verder.
August Segel was soldaat van het Eerste FS regiment dat later deels overging in de Herman Göring Divisie. Door de oorlog heen heeft hij op vele verschillende fronten gediend. (-) Daarna is hij in Rusland ingezet, waar hij wonderwel levend uit is gekomen. Vervolgens heeft hij nog gediend in Normandië en België. Tot slot heeft August de laatste dagen van WO II in Berlijn doorgebracht (-).
Onze August sleept ons door de hele canon van WO II. Hij vriest niet dood, kermt evenmin gewond om zijn moeder, verkracht geen meisjes in de Oekraïne. Domme August is een beste jongen, net als wij allemaal.
Het War Heritage Institute in Brussel heeft het dezer dagen druk met België 75 jaar Bevrijd.
Een meeslepende opstelling met meer dan 2000 collectiestukken op 3000m2 dompelt je onder in deze turbulente periode. Voorwerpen, getuigenissen, filmfragmenten en archiefstukken confronteren je met de vraag Welke keuzes maak jij oog in oog met de geschiedenis?
Nou, daar wil ik even over nadenken… U weet hoe het werkt in de massapsychologie van de media: niet het slachtoffer maar de dader wordt interessant gevonden. Dit had de schrijver Laurent Binet in zijn boek (een intellectuele ideeënroman) HhhH (Himmlers hersenen heten Heydrich) ook al bedacht. Postmoderne zelfreflectie! Spelenderwijs worden wij gevoerd door de highlights van Opkomst en Ondergang van het Derde Rijk!
NRC durft de verfilming van HhhH te vergelijken met de documentaire Shoah van Claude Lanzmann. Een ware gotspe! Lanzmann imponeert en deprimeert met echte ooggetuigen, slachtoffers en daders, brokkelige restanten van vuile moordplekken, sluwe vragen en even droge als onthullende verklaringen. Binet leutert maar wat raak om zijn boek inclusief de voorgebakken verfilming in de etalage te zetten.
In de heersende liberale ideologie heeft Binet groot gelijk, want hier geldt: als het verkoopt, is het goed. Een typisch voorbeeld van systeemgeweld dat Goebbels zeer had aangesproken.
Een museum overleeft vandaag alleen bij gratie van een interactieve opzet, zo heet het. Dat komt door de bewust ingevoerde marktwerking voor musea. Bezoekers moeten alles kunnen aanraken, hun kennis via leuke vragenlijstjes meten in een score, selfies maken en deze delen via Instagram (kijk mij eens lekker belangrijk zijn).
Er zijn al berichten dat je in Polen een dagje KZ gevangene kunt beleven, in een gehuurd streepjespak, met bewakers die je afblaffen. Hoe ziek wil je het hebben?
Gelukkig dus, dat de rondgang in Fort Eben-Emael meer dan 2 volle uren duurt, in het halfdonker bij krap 10 graden, begeleid door een ex beroepsmilitair die terloops meldt dat de arme Belgische soldaten die het onneembaar geachte Fort binnen anderhalf etmaal moesten opgeven, tot aan hun pensioen werden beschimpt om hun veronderstelde lafheid.
Dit is namelijk wat oorlog voortbrengt: vernedering, verlies, ziekte, dood en vernieling. Eigenlijk zou elke bezoeker een pak slaag moeten krijgen om zijn beleving nooit te vergeten.
Monk
1 september 2019
Foto: Monk