Monkwise

columns verhalen fotografie

Stasiland

| Geen reacties

Het verleden kan op meerdere niveaus worden benaderd. In het algemeen kijkt een historicus naar grote lijnen, ontwikkelingen, oorzaken en gevolgen. Dit kan vanuit een thema, zoals economie of cultuur. De Angelsaksische aanpak kiest gebruikelijk voor het ophangen van de geschiedenis aan Belangrijke Personen.

Anna Funder laat in haar boek Stasiland, levensverhalen uit het voormalige Oost-Duitsland, de geschiedenis zien vanuit het micro niveau van mensen die op een of andere manier gestalte gaven aan wat de geschiedenis van de DDR werd: als dader, als slachtoffer en er tussenin. De maatschappelijke posities zijn gemengd.
Mensen handelen en reageren vanuit hun eigen perspectief. Het gaat om karakter en overtuiging, praktische overweging en noodzaak, toeval en misverstand. Funder plaatst dit in een breder kader van feiten en omstandigheden, soms aangevuld met cijfermateriaal.

Onder leiding van Mielke, als jonge communist ontsnapt aan de nazi’s en verder opgeleid in Moskou, ontstond in de DDR een netwerk van inlichtingen dat zijn gelijke nergens vond. Er waren zoveel medewerkers en informanten dat het vrijwel ondoenlijk werd ook maar iets te ondernemen buiten de gebaande paden.

De geheime dienst beperkte haar taken niet tot de openbare sfeer. Het was een bureaucratische moloch die tot diep in het privé leven doordrong en zoveel dossiers aanlegde dat je er een autoweg mee kon plaveien.
Hiernaast controleerde en beïnvloedde de Stasi de media en regisseerde zij het sociale leven. Massale bijeenkomsten en evenementen waren vaste en verplichte onderdelen van de dagbesteding. Wie zich niet schikte, werd tot vijand benoemd en onderwerp van onderzoek en diffuse tegenwerking. Tegen de tijd dat het regiem instortte, werd uit alle macht geprobeerd dossiers te vernietigen. Dit leidde tot het doorbranden van minstens 100 versnipper machines. Desondanks puilen de kasten nog altijd uit en is de geschiedenis nog lang niet geschreven.

De macht van de Stasi trof vooral de eigen DDR burgers, maar reikte ook tot over de landsgrenzen. Nog in de jaren 80 werden nauwgezette plannen uitgewerkt om West Berlijn uit te kammen ingeval dit stadsdeel eenmaal werd ingenomen. Zelfs de medailles voor toekomstige helden in deze Aktie lagen klaar.
De inlichtingendienst infiltreerde binnen de Bondsrepubliek in bedrijven, sportverenigingen, kerkgenootschappen, jongerenbewegingen en in de politiek tot het hoogste niveau. Bekend is de ontmaskering in 1974 van Günther Guillaume, persoonlijk rapporteur van Bondskanselier Willy Brandt, die hierdoor moest aftreden.

Anna Funder zocht en vond echte daders. Zo is daar Herr Von Schnitzler, bijnaam Vuile Ed, uitvinder van Het Zwarte Kanaal, een tv zender in de DDR die commentaar leverde op de Westerse berichtgeving. De man kookt nog altijd van woede over de val van de heilstaat. Hij leeft in vrijheid, maar beschouwt deze als een tweede nazi tijd, een miezerig bestaan in door westerse kapitalisten bezet gebied.
Anderen werden agent of informant door omstandigheden. Schaamte en schuld komen voor, maar velen verschuilen zich achter argumenten die van alle tijden zijn en schikten zich in de nieuwe tijd, gesteund door het feit dat na de Wende geen enkele medewerker van de Stasi werd vervolgd. Zelfs voorman Mielke bleef buitenschot en presteerde het om naderhand naar zijn eigen geheime dossier te informeren. Dat niemand ooit had durven aanleggen, uiteraard.
Slachtoffers van de Stasi zijn meestal slechter af. Hun leven werd ergens onderweg vernield: door doelgerichte sociale isolering, het onthouden van opleiding, huisvesting, werk en zelfs medische zorg, door vernedering en straf.

Funder hanteert een vlotte pen, is scherp in haar observaties en toont gevoel voor humor.
Wat bijvoorbeeld te denken van de Lipsi Step, een door het regiem bedacht dansje dat tegenwicht moest bieden aan de hitsige bewegingen van de vermaledijde imperialist Elvis Presley? Het zag eruit alsof een groep invaliden een voorwereldlijke volksdans probeerde uit te voeren en flopte dus jammerlijk. Of anders de gelegenheid waarbij in een dorp de huizen slechts tot de eerste verdieping werden geschilderd. Dit gebeurde omdat bezoekend staatshoofd Honnecker vanuit zijn auto toch niet hoger tegen de huizen kon opkijken. Niet de feiten telden, maar de indruk.

Funder onderkent het gevaar om zich vanuit haar positie morele superioriteit aan te meten. Zij bewaart een professioneel midden tussen afstand en betrokkenheid en toont zich nergens arrogant.
Stasiland is een uiterst leesbaar boek waarin kleine gebeurtenissen en persoonlijke tragedies de bouwstenen vormen voor het grotere geheel: de naoorlogse periode van het Duitsland dat eerst een Russische bezettingszone was en daarna een strak georganiseerde linkse dictatuur.
Haar interviews berusten deels op een gerichte keuze, deels op toeval. Het is minder haar pretentie om een volledig beeld te scheppen van de toenmalige situatie, dan om de invloed van repressie te tonen op de levens van mensen die zowel geschiedenis maken als er het product van zijn. Een verdedigbare insteek, want geschiedschrijving blijft altijd pluralistisch, incoherent en gevoelig voor allerlei invloeden van persoonlijke en tijdgebonden aard.

Monk
15 oktober 2012

(foto: Monk)

Anna Funder: Stasiland, levensverhalen uit het voormalig Oost-Duitsland.
Uitgeverij AMBO, Amsterdam, 2002

Print Friendly, PDF & Email

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.



De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.