Lodewijk Asscher heeft gesproken. De eertijds door dossierkennis positief opvallende politicus in de Amsterdamse Arena werd vice premier en Minister van Soza. Onder Rutte en Samsom, dat dan weer wel. Biefstuksocialisme als dekmantel voor neo liberalisme.
Lodewijk sprak wegens de herdenking van de afschaffing der slavernij door Nederland, 150 jaar geleden. Diepe spijt en berouw betuigde hij en vroeg zich en passant af waarom ons landsbestuur niet eerder een einde maakte aan de mensonterende praktijk van de slavernij.
Nou, Lodewijk, dat had te maken met geld verdienen in een tijd waarin slavernij op vele plaatsen buiten Europa nogal gewoon was: beetje bijscholing in geschiedenis nemen, zou ik zeggen. Je kunt het best betalen.
Wat de woorden van Asscher betekenen, moet u maar aan een andere politicus van zijn Partij vragen: ik denk dat het gaat over kolen en geiten, electoraat en pluche, maar informeert u vooral zelf.
President Bouterse van Suriname, de in Nederland veroordeelde drugsbaron, annex verdachte in allerhande politieke moorden, heeft eveneens gesproken.
Bouterse vergeeft Nederland voor wat is gebeurd ten tijde van de slavernij die zwarte Afrikanen onder meer in Suriname deed belanden. Altijd weer verbaas ik me over de arrogantie en zelfingenomenheid van alfa mannetjes. Bouterse zou wat vaker naar de kerk moeten gaan. Daar kan hij navragen wie nu eigenlijk wie moet vergeven en waarom. Daarna zie ik een periode van penitentie voor Desi. Hij zou kunnen helpen bij het herbouwen van een historisch slavenschip, met ruimte voor het transporteren van drugs: een combinatie van antiek en modern. Hiermee kan aanschouwelijk onderwijs worden gegeven aan de iPod generatie.
Natuurlijk had slavernij van Afrikanen te maken met racisme. Zwarten waren in de ogen van door christelijke geloofsteksten gegeselde blanke Europeanen volstrekt inferieur. Over de vraag of het eigenlijk wel mensen waren, is menig dispuut gevoerd. Racisme vergemakkelijkte de morele vraagstukken die konden ontstaan bij het verhandelen en transporteren van slaven. Veel empathie kon je de lui die dit werk uitvoerden toch al niet toedichten. Hiervoor was het leven te hard in den vreemde en op de schepen. De bemanning had het moeilijk. Velen waren geronseld in armoede, werden ziek en stierven, ronddolend op een eindeloze oceaan, overgeleverd aan stormen en gebrek aan alles. Benedendeks lagen de slaven te stinken in hun eigen vuil. Onder dergelijke omstandigheden denken alleen verwende watjes aan menselijkheid en mededogen.
Anderhalve eeuw is niet zo lang. Mijn besef hiervan neemt toe naarmate ik langer op de aardbodem rondstap. Laatdunkendheid over negers ging na de feitelijke slavernij onverminderd door. In mijn jeugd, midden vorige eeuw, lazen de kinderen stripverhalen van Sjors en Sjimmie. Deze toonden een beeld van de verhoudingen tussen wit en zwart waarvoor je nu achter de tralies zou verdwijnen. Op school werden aluminium doppen van melkflessen ingezameld om de arme sloebers in de oerwouden van nieuwe rieten rokjes te voorzien. Van de kerk ontving ik een boekje op humanistische grondslag met de titel Ibubesi het Kaffertje. Het woord kaffer is trouwens nog steeds een scheldwoord in mijn vocabulaire.
Op de schoorsteenmantel van mijn grootouders stond een negerkopje, bedoeld om je pijp in te parkeren. Racistisch? Het is waarschijnlijk dat mijn grootouders nooit een echte neger hebben gezien, laat staan dat ze over zoiets als de toen allang afgeschafte slavernij nadachten.
En het gaat verder. In de jaren 80 van de vorige eeuw kreeg ik te maken met een toestroom van zwarte collega’s in gemeentelijke dienst. Velen van hen kwamen binnen via de (racistische) PvdA Oekaze der Positieve Discriminatie. De gevolgen van dit nieuwe personeelsbeleid waren zodanig dat er onder blanke collega’s menige ruige grap over werd gemaakt: Wat krijg je wanneer je een Surinamer met een Marokkaan kruist? Iemand die te lui is om te stelen. De werkresultaten van veel gekleurde nieuwlichters lieten inderdaad te wensen over en de gasten klitten bij elkaar. De echte schuld lag bij de politiek: zij voerde het geschetste personeelsbeleid als instrument om het electoraat te plezieren en aldus de macht te houden.
Slavernij bestaat in soorten en maten en is bovendien van alle tijden. De meer dan duizend vrouwen en kinderen die onlangs de dood vonden in een instortende textielfabriek in Bangladesh, kunnen als slaven worden beschouwd. Vrouwen in peeskamers, afgericht en gecontroleerd door een harde pooier, zijn niet beter af.
In het aloude Afrika worden nog altijd raids op dorpen gehouden om jonge mensen te grijpen en als slaaf af te voeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door nomadische Arabieren. Lokale zwarte landlords prikken een vorkje mee. Wat te denken van de duizenden kindsoldaten die in ieder oorlogsgebied opduiken? Wat van de meisjes die door volwassen Zuidafrikanen worden verkracht omdat dit zou helpen tegen eerder opgelopen hiv?
Eigen leed komt altijd voorop, dus als blanke Nederlander denk ik bij slavernij niet (eens) in eerste instantie aan vrachtschepen, blues from the cottonfields, of containers vol illegale hoeren.
Ik denk eerder aan de lange rij autobussen van Beentjes en De Bruijn die rond 1970 door Noord Holland reden, afgeladen met boeren en tuinders die waren weggesaneerd door ruilverkaveling en schaalvergroting, weggerukt uit hun eeuwenlange zelfstandigheid en noodgedwongen aan het werk in de toenmalige fabrieken van de Zaanstreek en Beverwijk. Vaak in ploegendienst, verstoken van daglicht, in herrie, stof en stank.
Ik heb dit werk een tijdje gedaan en zelfs als jongeman begreep ik heel snel de biologische ontregeling en ontmenselijking die van dit ellendige systeem uitging. De mannen, vaak al op leeftijd, verloren ieder initiatief en het vermogen zelf te beslissen. Ze hingen zwijgend onderuit in de bus die altijd stonk naar zware shag, zweet en ongenoegen. Hoeveel families en gemeenschappen zijn door deze ellende ontwricht en uit elkaar getrokken?
Ik hoor u wel blazen en sissen. De slavenhandel van destijds was van een andere orde!
Dat zal best. Waar het mij om gaat, is dat onrecht, ontwrichting en uitbuiting van alle tijden is en dat gejammer erover ergens ophoudt omreden dat niemand er nog iets mee opschiet. Over een fenomeen dat anderhalve eeuw door Nederland terecht werd afgeschaft, is een goede historische verhandeling wat mij betreft welkom. Precies zoals je over het lot van arme blanken tijdens de industriële revolutie moet berichten.
Maar houd in vredesnaam op met het aan elkaar knopen van toenmalig onrecht met hedendaags leed in de gemeenschappen van Surinamers en Antillianen: vroegtijdig schooluitval en tienerzwangerschappen zijn niet het gevolg van vroegere wantoestanden, maar van wilszwakte, zelfgezocht slachtofferschap en gekonkel van corrupte en incompetente politici die liever lui dan moe zijn. Moet ik misschien gaan denken dat Bouterse niet anders kan dan zich te buiten gaan aan geweld en grootschalige handel in coke? Dat dit ten diepste mijn schuld is?
Gelukkig denken de meeste mensen met een donkere huid inmiddels heel wat volwassener, maar zij zijn voor onze media kennelijk minder interessant.
Nu Asscher nog, de man die ooit wat voorstelde en nog beter leek te kunnen worden, maar zich verkocht aan Samsom Halfzware en Kruidenier Rutte. Hij vertoont slavengedrag en het siert hem niet.
Monk
3 juli 2013
(foto: Monk)