Het EK voetballen 2024 is voorbij. Spanje werd de terechte winnaar, al leken veel verslaggevers een voorkeur te hebben voor de botte Engelsen. De uitvinders van het spelletje hadden het, bijna 60 jaar na hun eerste en enige kampioenschap, meer dan verdiend, hoorde je hen denken. Ik herinner me de finale van destijds heel goed. Er hing een anti Duitse stemming omheen. Aangaande de afgelopen finale fascineerde mij vooral het stadion. Dit in kleurige lichtbundels badende bouwwerk kan zo in een film over een Galactische clash, met in de hoofdrol uiteraard Godenzonen.
Naarmate de tijd verstrijkt, boezemt de voetballerij mij steeds minder belang in. Reden zal zijn de tsunami aan wedstrijden. Naast de reguliere naar niveau onderscheiden vaderlandse competities zijn er het KNVB Bekervoetbal en de strijd om de Johan Cruyffschaal. Dan heb je de clubgebonden Europese competities: Champions League, Europa League en sinds een jaar of vier zelfs een Conference League. Alleen het woord al. Voor nationale ploegen zijn er het EK en het WK met inleidende kwalificatiewedstrijden. Ook bestaat er zoiets als de Confederatie. Dat is een toernooi tussen de kampioenen van de 6 overkoepelende continentale voetbalbonden. Een doorsnee multinational is er niks bij. Op de plank ligt nog altijd het plan om met de beste Europese clubs een permanente competitie te vormen, de zogeheten Super League. Dit is een reactie van rijke clubs om zich te ontworstelen aan de greep van de koepelorganisaties EUFA en FIFA. Vooralsnog ligt het voornemen stil.
Met het vrouwenvoetbal in opmars erbij opgeteld, word je 24/7 en het jaar rond in dit mediacircus meegesleept en voortgedreven.
Voornaamste motor van de overdaad wordt geleverd door de aanbieders. U begrijpt het: geld. Het voetballen is een industrie, doortrokken van enorme geldstromen die zorgen voor huurlegers op het veld, goksites, imponerende stadions, parafernalia, beslag op de media en goddelijke rolmodellen. Er is sprake van een Toto KNVB en een Keuken Kampioen Divisie. Zonder Russische, Arabische en Chinese magnaten zou de boel tenminste voor de helft instorten. Aziatische goksites zijn een ware economische factor en er is sprake van matchfixing en aan geld opgeofferde sportieve carrières. Grote toernooien worden door koepelorganisatie FIFA zonder pardon toegewezen aan zandbaklanden en politiek bedenkelijke regiems. Testosteron en de Mammon maken de dienst uit.
Langszij de velden zien we een kermis aan reclames, met name voor bedrijven die allang zwemmen in hun slappe was. Wie de prijzige moeite neemt een wedstrijd te bezoeken, belandt in een opgezweepte massa, feestpartijen in binnensteden, vechtpartijen op de tribunes, met uitzicht op sjoemelende bestuurders in skyboxen. Spelers zijn koopwaar, niet zelden exportproduct. Topspelers wonen bij voorkeur in een Belastingparadijs, bezitten een eigen modelijn of verwerven vette reclamecontracten, duiken soms op in malafide zaakjes, of worden op hun beurt getild door oplichters.
Zelfs de taal is veranderd in een soort pseudo wijsgerigheid: voetballend vermogen, dragende speler, onderling duel, creëren, achteroverleunen, wegsteken, diepgang, actie maken.
De voetballerij is het paradepaard van casinokapitalisme en deze term mag letterlijk zo worden opgevat.
Tegen dringende adviezen aangaande gokverslaving in voerde Den Haag het legale digitale gokken in, zogezegd om te reguleren maar naar ik vermoed om een graantje mee te pikken. Hoeveel ruzies in gewone gezinnen worden uitgevochten omdat het huishoudgeld aan deze onzin wordt opgestookt?
Ooit was het anders en ergens in de toekomst zal het ook weer veranderen. Niets is immers voor eeuwig. Ik zeg dit niet omdat ik erop reken deze omslag nog mee te maken, maar omdat ik herinneringen koester die aan voetballen verbonden zijn toen het nog een spel was dat niet van vloer tot dakspanten vergeven was van het geld. Die wil ik mij niet laten afnemen. Wij moesten het thuis ooit stellen met een simpele radio, waarmee de beeldvorming puur afhankelijk was van je voorstellingsvermogen. Presentatoren beweerden wat ze wilden, want geen luisteraar kon verifiëren wat zich precies op het veld afspeelde. Wat een vrijheid ten opzichte van de lijntechnologie van de VAR, waarbij elke goal door een team buiten het veld wordt bestudeerd. Pas na haar zegen heeft de hedendaagse toeschouwer reden tot uitgesteld juichen of huilen.
Mijn vader, die natuurlijk allang dood is, groeide op met Holland – België. In zijn jonge jaren was dit het hoogst haalbare en verder reikten de wensen nauwelijks. Een WK stelde toen niets voor. De eerste aflevering hiervan was in 1928 in Uruguay, maar geen enkel Europees land deed mee. Dit vanwege de hoge reiskosten en de lange reisduur. Je moest in die dagen bij wijze van spreken nog met de Titanic heen en weer. Het EK bestaat pas sinds 1960, dan nog tot 1976 in de vorm van een toernooi tussen 4 gekwalificeerde landenteams. Met andere woorden: de groeistuip van de bedrijfstak is een tamelijk recent fenomeen. De aard ervan toont een galactische nachtmerrie.
Monk
20240715