Uit de pulpbakken van de Kringloopwinkel viste ik een LP, waarvan alleen al de hoes opmerkelijk genoeg is om aanschaf te overwegen. De Rooden Roepen is de titel van een serie Socialistische Strijdliederen, gezongen door de Amsterdamse Afdeling van De Stem Des Volks. De uiteraard rode hoes toont fraaie grafiek uit 1929 van Meijer Bleekrode, voorstellende een gestileerde arbeider, die opziet en roept naar de zegen van rokende schoorstenen. Bleekrode werkte voor de SDAP. Later keerde hij zich af van de politiek. Als kunstenaar leefde hij in armoede. Om zijn Joodse achtergrond werd hij in 1943 door de nazi’s in Sobibor vermoord.
Aangezien op de achterzijde van de hoes alle teksten staan vermeld, werd de aankoop definitief. Voor E 1,95 wil ik wel eens horen hoe Het Volk Zijn Boeien Breekt.
Enigszins besmuikt en absoluut bevooroordeeld legde ik thuis de plaat op de draaitafel. Rode strijdliederen ken ik niet, of het moeten fragmenten zijn, ooit opgevangen in een documentaire. Ik ben niet zo van het collectieve en mijn motto luidt: niets erger dan een ideologie. Vooruit maar met de geit:
Morgenrood, uw heilig gloeien heeft ons steeds den dag gebracht,
Breekt toch door, o licht vernieuwer in den groten volk’ren nacht.
Laat uw gloren hope geven hun die worst’len in de nacht.
Geef hun moed in’t voorwaarts streven tot hun ’t daglicht tegenlacht,
tot hun ’t daglicht tegenlacht.
Geen tekst van gistermiddag, in gezwollen taal en het rijmen van nacht op nacht stelt een beetje teleur. Maar wat een zang! Wat een stemmen! Wat een prachtige melodie!
Ik voelde mijn cynisme meteen zakken tot het kantelpunt waarop je sympathie krijgt voor een zaak die de jouwe niet echt is, of ergens onderweg in de praktijk der beslomm’ringen heeft afgedaan. Ik zag me aanstonds zitten als jongen in de Hervormde Kerk, me bewust van de aanwezigheid van mijn ouders en het vage vriendinnetje ergens achter mij. Op de kansel iemand die zich tot doel had gesteld een gelovige van mij te maken, lid van zijn gemeente. Permanent verzet van mijn kant was verzekerd en vanaf mijn veertiende meed ik zorgvuldig ieder kerkgebouw.
De associatie ligt voor de hand. Morgenrood is namelijk een lied dat in deze kerk niet zou misstaan, gesteld dat je Morgenrood door God mag vervangen en waarom eigenlijk niet. Het is allebei mooi bedoeld en slap gelul tegelijk.
Niet alle liederen op de LP zijn van oorstrelende kwaliteit. De 1e Mei bijvoorbeeld, ongetwijfeld een meezinger onder rode krijgers, klinkt al heel wat steviger en militanter, zelfs militaristisch. Hier is sprake van een mentaliteit die je ook aantreft bij geharde gereformeerden, mensen die geen tegenspraak dulden en hun kinderen liever polio zien krijgen dan een injectie bij de dokter ophalen.
Ik kom niet uit een politiek nest. Mijn vader wantrouwde gezagsdragers: burgemeesters zo goed als gedeputeerden, ministers precies als generaals of bankdirecteuren. Hij schamperde er soms op, maar vond vooral dat je maar het beste op jezelf kunt bouwen. Van deelname aan enigerlei organisatie moest hij niets hebben, zich verschuilend achter drukte in zijn leven, maar daaronder overtuigd dat groepsgedoe voor hem tot niets gunstigs zou leiden. Van optochten was hij wars, of het moest al een stoet praalwagens betreffen die door boeren en andere amateurs in elkaar waren geknutseld. Internaten voor je kinderen vond hij belachelijk en de padvinderij vertrouwde hij voor geen cent. Ik ben met deze standpunten altijd tevreden geweest, al was de prijs dat mijn zus en ik ons een slag in de rondte op vaders bedrijf moesten werken. We waren namelijk altijd aanwezig en dus beschikbaar. En u weet het: iets gebeurt omdat het kan.
Vandaag wordt er niet meer gezongen over de drom der strijders in de landen, die zich scharen vastbesloten. Geen woord meer over miljoenen proletaren met onbesmette waap’nen.
De kerken van papen en gereformeerden, lutheranen en hervormden hebben een langere adem dan de op basis van christendom en humanisme gesmede socialisten. Hoewel..
Het CDA lijkt dan eindelijk toch in te storten. Mensen gaan wel naar de kerk, maar meer uit gemeenschapszin en wegens de rituelen in deze dagen van commercieel georganiseerd individualisme. Het zal een kwestie van tijd zijn dat niet alleen politici van Christenbloede, maar ook hun onderwijzers, rechters en middenstanders de vaandels moeten strijken. Dat krijg je met een Partij die Radicaal voor het Midden kiest.
De proletaren van vandaag hebben een koopwoning en zijn in hun SUV King of the road. Iedereen kan vriend of vijand zijn of beide tegelijk betekenen. Weg met de principes! Opportunisme is troef. Succes dwing je af, etectera. Tot de fabriek sluit en je met 800 man op straat staat. Dan ben je weer bij het uitgangspunt der verhoudingen.
Het gezang der socialisten is teruggedrongen tot bejaardenhuizen, maar de aloude tweedeling van haves en have nots, van machthebbers en afhankelijken, bestaat nog altijd. Om met John Lennon te spreken: We’re still fucking peasants as far as I can see. Politici doen het tegenwoordig graag voorkomen alsof zij (en dus wij) zonder ideologie leven, maar dit is onzin. Het neoliberalisme is zondermeer een stelsel van opvattingen en gedragslijnen dat andere uitsluit en bestrijdt. Zelfs de omstandigheid dat een deel van deze klasse tegenwoordig de hand ophoudt bij het Volk, verandert hieraan niets. Het Marxisme staat hier onverminderd tegenover, het volkskapitalisme van kleine aandeelhouders en schrapers ten spijt. Zelfs de verzwakte vakbonden houden hun belang. Gezagsdragers en werkgevers begrijpen heel goed dat vreedzame verhoudingen met een stelsel van redelijke lonen en sociale voorzieningen meer opleveren dan confrontaties met wilde stakingen of erger.
Ik heb pas één kant van de LP van De Rooden Roepen beluisterd, maar kan al zeggen dat ik de liederen van verdriet en hoop mooier en interessanter vind dan de teksten die gaan over krachtmetingen met de heersers met duivelse listen, zoals in de uiteraard opgenomen Internationale. Wat hiervan verwacht mag worden, kennen we al uit de geschiedenis van de voormalige USSR en haar satellieten.
Misschien spreekt hier toch de oude band met de vermaledijde kerk van lang geleden. Voor mij liever het roomse Ave Maria dan de socialistische Strijdmars der Arbeiders. Overgave en vergeving zijn sterke troeven. En toch: als ik één ding met de Rooden deel, dan is het mijn geloof in oorzaken en gevolgen, in daders en slachtoffers, plus de overtuiging dat hierin steeds een nieuw evenwicht moet worden gezocht: desnoods met harde hand.
Monk
29 oktober 2012
(grafiek: M. Bleekrode).