Luisteren naar een band met hoogtijdagen in de jaren 60 en 70. Op Pinkpop 2014 gebeurt het en niemand verwondert zich. Goed, de Stones zijn fenomenen die je kennelijk ook nu nog gezien moet hebben. Maar eerder mochten Seasick Steve en Salomon Burke hun opwachting maken. Middelmaat als Golden Earring en The Eagles en zelfs bevende bejaarden als Dylan en Cohen treden nog altijd op. Welke jongere zit hier in vredesnaam op te wachten?
Leeftijd heeft een andere betekenis gekregen, vergeleken met een halve eeuw geleden. In de sixties weigerde elke progressieve jongere muziek van vader of opa te beluisteren, dan nog tegen een vorstelijke toegangsprijs. Oud was oud en jong was jong, de strijd der generaties was juist ontbrand: weg met die achterhaalde zooi!
Vandaag is alles jeugdcultuur en mede daarom weten jongeren het onderscheid met een vorige generatie niet goed meer te maken. Je kunt stellen dat ouderen de jeugd haar eigen cultuur ontzeggen door zelf eeuwig jong te willen blijven.
Ik bezoek geen festivals meer: teveel drukte en indrukken, te weinig nieuws onder de zon, een onmiskenbaar gevoel van overbodigheid en dan druk ik mij nog genadig uit. Pinkpop heb ik gevolgd via de tv beelden, opgenomen via een dvd recorder. Dan kun je zappen wanneer je wilt en ik wil het vaak.
Veel bijzonders was er naar mijn gevoel niet. Bij de meeste bands (Bastille, Clean Bandit, The Kooks, Rudimental, Ed Sheeran, Jett Rebel, John Mayer, de lijst is lang) moest ik al snel een verveeld geeuwen onderdrukken. Limp Bizkit klinkt redelijk, maar voorloper Motorhead was beter. Kodaline en Chefs Special speelden erbarmelijk, Arctic Monkeys professioneel maar saai. Gogol Bordello vond ik nog een der meest opmerkelijke optredens. Wat de mensen muzikaal interessant aan de homo danser Stromae vinden, is mij een raadsel. Opgroeien zonder papa gebeurde in mijn dagen trouwens niet, of hij moest dood zijn. Mijn vader behoorde tot het meubilair.
Nog een geluk dat van de Heren Stones slechts 12 x 5 seconden uitgezonden mochten worden. Ik begrijp wel dat het spannend is de gehavende legende te zien opdraven, maar hun muziek klinkt nog geen 50% vergeleken met 1964 in het Kuhrhaus. Destijds een alles verzengende rebellie, vandaag uitgewogen, gelikt, professioneel en bedaagd. Op Charlie Watts na, want drummers mogen oneindig meegaan, vooral wanneer ze ooit Jazz maakten.
De geringe zendtijd voor de Stones danken we aan hun uitgekiende vermarkten van alles wat ze doen, zeggen, nalaten en spelen. Elke overtreding komt hen duur te staan op schadeclaims van Okkie Trooi.
Mij boeit het allemaal maar matig. Wanneer je een half leven naar muziek hebt geluisterd en de tijdslijn volgde, kan het niet anders dan dat de herhaling opvalt. Waar hebben we dit eerder meegemaakt, vraag ik mij geregeld af. Dit geldt ook voor decors en uitdossing der acteurs, het heen en weer rennen en andere uitingen van hormonale problemen.
De kwestie is natuurlijk, dat de muziek bedoeld is voor jongeren. Jongens zoeken idolen om zich te spiegelen, meiden om in romantiek te zwelgen. Niets mis mee, maar minder geschikt voor een door de wol geverfde muziekjunk. Daarbij is mijn indruk dat muziek tegenwoordig wordt gemaakt om te kunnen optreden. Spektakel is leuk, maar maakt de compositie of sound niet perse beter. Dit weten we al van de Stones na hun album
Exile on Mainstreet en dat is meer dan 40 jaar geleden.
Het aardigste om te zien, vind ik het publiek. Die massa jonge, dolblije gezichten van de Hollandse middenklasse, de spontaniteit, de lach. Geen wolkbreuk kon de sfeer verpesten. Ook de organisatie mag trots zijn: alle leeftijdsklassen werden bediend op drie onderscheiden dagen. En toch: het ging allemaal wel erg netjes, om niet te zeggen burgerlijk. Ik ga maar eens een paar heel oude schijven van de Stones uit de kast trekken. Voor het ouderwetse gevoel, weet je wel.
Monk
11 juni 2014
Foto: Monk