Voor beginnende schrijvers is het bijhouden van dagelijkse notities beslist nuttig. Je leert te reflecteren, gedachten te ordenen en de woorden te wegen waarin je formuleert. Maar wie houdt er nog een dagboek bij?
In de moderne tijd is alles heden. Het verleden is doodverklaard en we leven alsof er geen volgende morgen komt. Op de sociale media wordt om aandacht gesmeekt in een omvang en intensiteit die doen vermoeden dat we collectief seniel zijn geworden. Onze eigenwaarde is vervangen door marktwaarde: ben ik nog wel relevant? Ten diepste verzetten we ons als pubers tegen onze middelmatigheid. Liever geven we ons over aan narcistische zelfbewondering in een welvaart die verondersteld wordt alsmaar toe te nemen.
Anne Frank hield een dagboek bij, een geschenk van haar ouders in een tijd dat een mooi dik schrift nog waardevol was. Eenmaal op het onderduikadres moest het meisje zich redden in omstandigheden die het schrijven bevorderen: zij had alle tijd van de wereld en was tegelijk aan huis gebonden. Ze kon moeilijk lekker naar het zwembad gaan. Haar dagboek komt neer op creatief gesublimeerde verveling.
Bij mijn ouders stond Het Achterhuis zowaar op de boekenplank. Ik heb er slechts vage herinneringen aan. Vermoedelijk boeide het boek mij niet. Ik las geen meisjesdingen en oorlogsfeiten kwamen via andere bronnen op veel krachtiger wijze binnen. Evenmin was ik van plan een dagboek bij te houden. Moeder erkende geen enkele privacy van haar kinderen. Ik was wel gek geweest mijn gedachten op te schrijven. Mijn ontluikende pubertijd uitte zich in liegen en stelen, geduldig ontlopen en feilloos toeslaan. Guerrilla is van alle plaatsen en tijden.
Het Achterhuis werd na WO II niet aanstonds uitgegeven. Er moest mee geleurd worden. Een uitgeverij suggereerde dat bepaalde passages beter geschrapt konden worden: conservatieve lezers zouden zich kunnen storen aan seksueel getinte opmerkingen. Dat Anne, zoals talloze andere Joodse Nederlanders, brutaal was afgevoerd om in den vreemde te creperen, maakte kennelijk minder indruk. De modale burger is altijd een verschrikking geweest voor de vrije geest.
Met de tekst is door de jaren heen zodanig gerommeld, dat het auteursrecht op de tocht kwam te staan. Hierover oordelen, is lastig. De fragmentarische opzet van een dagboek trekt in beginsel weinig publiek en is dus moeilijk uit te geven. De Boliviaanse Dagboeken van Che Guevara kon je al heel snel na publicatie voor een spotprijs uit de ramsj halen.
Anne Frank evolueerde tot een wereldwijd handelsmerk. Bij het onderduikadres wacht elke dag een rij van minstens honderd bezoekers. Het boek zal in meer talen zijn verschenen dan de Bijbel. Doel is primair om de nagedachtenis aan de Holocaust en daarmee een waarschuwing levend te houden. Er is evenwel ook onmiskenbaar sprake van een verdienmodel. Alles rond Anne Frank wordt uitgemolken en ten gelde gemaakt. Wie redding van de doodzieke kastanje in de tuin onrealistisch vond, kreeg de Joodse gemeenschap over zich heen. Recent speelde het onthullen van afgeplakte tekst in het dagboek. Met name de presentatie stuitte menigeen tegen de borst. In de tekst stond niets van enig belang, maar het verborgen doel werd wel bereikt: hernieuwde aandacht en commercieel gewin. Van enig respect voor de schrijfster is geen sprake.
Het verleden is geduldig en diffuus. Elke dag komt er meer bij. Het zal niet meevallen Het Achterhuis echt leesbaar te houden en de band tussen verleden en heden te bewaren. Waar Jeanne d’Arc of Koningin Boudicca voor stonden, weet bijna niemand meer. In de ruïne van de burcht Montségur* eten kinderen en volwassenen een ijsje. Buiten de cantine van Auschwitz trouwens ook. Zo werkt geschiedenis en je kunt haar maar beter een beetje netjes behandelen.
Monk
1 juni 2018
(foto: Monk)
*Montsegur, Frankrijk: in 1244 decor van de ondergang der Katharen