Monkwise

columns verhalen fotografie

LANG LEVE VERANDERING

Wat een weekeinde! Eerst de val van het kabinet Rutte IV. Over een onderwerp dat al sinds jaar en dag speelt, wegens een coalitiepartij die hier een stabiel standpunt over heeft. De dossierkeuze en de timing van de val ruiken naar berekening en verondersteld partijvoordeel voor de VVD – zoals meerdere Kamerleden getuigden. Ze duiden ook op het inzicht, dat het kabinet steeds dieper in het moeras geraakte. Wat wil je ook met een club die is aangetreden om het geklungel van Rutte I t/m III te herstellen. Van het aangeprezen Nieuw Elan en de Frisse Bestuurscultuur is uiteraard niets terechtgekomen.

Dan volgt, vlak voor het Kamerdebat over de Val, de bijna terloopse mededeling van Rutte dat hij de politiek helemaal gaat verlaten. Je kon een speld horen vallen. Wie kan dit zomaar geloven, verwerken, laat staan omzetten in nieuwe perspectieven? Het kwam zover dat de hele Kamer roffelend instemde met waardering! En ook buiten de Kamer gedragen we ons als kippen die, na jarenlange opsluiting, ineens de vrijheid krijgen: weinigen springen een gat in de lucht, velen aarzelen om de ellendige maar veilige kooi te verlaten.

Reacties zijn te vinden over het hele spectrum. Gerrit Zalm, een al evenzeer schaterlachende VVD-coryfee en mentor van Rutte: “konden we hem maar klonen, Mark is de beste!” Anderen grepen snel naar de bezem om het eigen straatje schoon te vegen. Het overheersende gevoel is: ontheemding. Dit geldt voor de politiek, maar zeker ook voor de jongere generatie burgers die waarschijnlijk dachten dat Rutte voor het leven als premier was aangesteld. Veel andere inzichten kregen zij ook niet mee, met dank aan het verweesde onderwijs in geschiedenis en staatsinrichting.

Nergens lees je, dat Rutte zolang kon aanblijven door de gemakzucht en hang naar luxe en hedonisme in de bovenmodale lagen van de bevolking. In het verschuivende politieke spectrum van afhakende leiders van meerdere partijen, wordt het zaak weer eens zelf na te denken. Want begrijp goed: de bestaande problemen en schandalen zijn niet opgelost en er is met overheidsgeld gesmeten, dus de kas is leeg. 

Mijn gevoel is vooral opluchting. Alleen al dat clowneske lachen en zwaaien, het arrogante hoofdknikken en joviale op schouders slaan: niet te harden. Ruttes verbale commentaren waren zowel slaapverwekkend (we weten het al) als irritant (ontkennen, liegen, anderen laten opdraaien voor). Ik heb hem altijd bovenal een ceremoniemeester gevonden, hierin is hij onovertroffen. Rutte heeft bovendien hard en gestaag gewerkt aan zijn branding, het vervolmaken van zijn imago. Je kon denken dat hij een gewone volksjongen is en geen zorgvuldig geregisseerde narcistische regent. Dit werkte goed in het buitenland bij allerhande ontmoetingen en blijmoedige contacten, maar thuis in Den Haag bleef de taaie en zure inhoud van dossiers hem opwachten.

Wat is zijn politieke erfenis? Een moeilijke vraag, omdat de brand nog niet is gedoofd. Hardop denkend, vallen mij woorden in als stagnatie en uitstel. Voor alle mogelijke knelpunten werd onder hem onderzoek ingesteld (en uitslagen achter gehouden), beslissingen uitgesteld, het draagvlak tegemoetgekomen. Het resultaat is een cumulatieve puinhoop. Desondanks zijn veel knellende dossiers op zich wel op te lossen, of minstens aan te pakken. Alleen niet door degenen die ze hebben veroorzaakt.

De echte politieke erfenis van Rutte zal liggen in de neoliberalistische niksigheid, in veralgemeniseerd opportunisme en assertiviteit, individualisme, egoïsme, het ontmoedigen van maatschappelijke betrokkenheid van burgers, normatieve fletsheid, bureaucratische overwaardering (boekhouding), negatie en verwaarlozing op velerlei gebieden, in het kennelijke idee dat alles wel goed komt als je maar lang genoeg niet ingrijpt. Ruttes erfenis gaat over het ultra vermarkten van elke geleding in de nutssector, een bestuurscultuur die land, provincie en gemeente beschouwt als een bedrijf, het wegen van elk belang in harde euro’s. Zorg, Openbaar Vervoer, Onderwijs, Defensie: allemaal uitgekleed. In het onderwijs gingen miljoenen naar nieuwe gebouwen en computers, in plaats van naar personeel.

Velen zullen wijzen op de vooruitgang van de economie, de behaalde resultaten, de aangetrokken werkgelegenheid. Maar juist hierin tekent zich de scheefgroei af, gefaciliteerd door wetgeving die mede werd geschreven door belanghebbende sectoren als de industrie, transport, pharma en intensieve landbouw. De Banken kraakten meermalen onder witwaspraktijken en meewerken aan belasting ontwijken. De Woningbouw stagneerde, de grenzen van de privatisering in de sociale huursector werden pijnlijk duidelijk. De onder Rutte I i/m III toegenomen welvaart mag een feit zijn – er staan onbetaalde rekeningen uit in termen van milieu, gezondheid, bancaire betrouwbaarheid, veiligheid, een vertrouwenskloof tussen burger en politiek. Onder Rutte is de samenleving uitgewoond, om een Amsterdamse term te gebruiken.

Echt leven, met ruimte voor ontwikkeling van kunst en cultuur, sport en mentale weerbaarheid, is ingeruild voor dienstbaarheid aan de multinationale mammon, digitalisering, overmatige consumptie en leeg entertainment. De mens gereduceerd tot homo economicus, zonder besef van ethiek of sociale banden, beroofd van de notie dat kennis iets anders is dan het vermogen iets snel op te zoeken. Onder de neoliberale denkbeelden van Rutte is de afstand tot een zinrijk en ontspannen leven aanzienlijk toegenomen.
Zarathustra zegt:  dat zijn vertrek tevens het einde mag inluiden van een amoreel en materialistisch tijdperk.

Monk
12 juli 2023

Foto: Monk

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.