Monkwise

columns verhalen fotografie

KANTOORHOND

KRO/NCRV toonde een korte documentaire getiteld De Kantoorhond. 1.3 miljoen mensen ervaren burn-out klachten ten gevolge van werkstress. Honden, door personeel meegebracht naar kantoor, zouden een oplossing vormen om dit tegen te gaan en daarmee uitval te beperken.

Zelfs in een land waar vrijwel alles allang aan inflatie onderhevig is (schoolprestaties, het geheugen van politici, het vermogen een boek te lezen, de definitie van een begrip als burn-out) zelfs in zo’n land is het getal van 1.3 miljoen op het tandvlees lopende mensen veel te hoog.

Prestatiedruk op het werk is onderhand een geaccepteerd fenomeen. We willen immers al decennia het liefste druk-druk-druk hebben (status), carrière maken, materiele geneugten consumeren, 4 x per jaar met het vliegtuig naar de feestbestemming en (nu ik toch aan feesten denk) elke maand naar een groot dancefestival om uit je dak te gaan, bij voorkeur voorzien van mothers little helper. Een collega van mij geraakte op deze manier aan de man en een kind, of andersom.

Deze vooruitgang is ons initieel verschaft door het bedrijfsleven, de commercie, de sociale media en onze bestuurders in Den Haag. We zijn collectief gaan geloven in de noodzaak het leven zo in te richten en je kan er niet jong genoeg mee beginnen. Het bedrijfsleven en de zichzelf als marktpartij opwerpende overheid, begon 20 jaar geleden met de kantoortuin en het flexwerken. Gevolg: permanente onrust en lawaai, individualisering en bevordering van het bijdehand zijn. Zelfs bij een grote gemeente als Amsterdam werd het personeel getrakteerd op een cursus assertiviteit.
Naderhand nam ook de gezondheidscultus sterk toe: de werknemer moet sporten! Uit mijn ambtenarentijd herinner ik me bovendien de collega die op kantoor bijkluste met voedingssupplementen. Hierover ontstond financiële ruzie op de afdeling, waarna het afdelingshoofd ingreep.

Na 2000 werd het agile werken ingevoerd. Iedereen als accountmanager verantwoordelijk voor een eigen budget en werkproces. Lagere chefs konden vertrekken: overbodig. Controle via digitale werkprocessen, te beoordelen door een management op afstand, ingebouwde digitale waarschuwingen en aansporingen als teambuilding. Door matige salarissen en nul-uren contracten werd het aantrekkelijk om ZZP-er te worden. Dit werd vanuit Den Haag met applaus begroet vanwege de onuitgesproken verwachting dat hiermee de uitgaven van sociale zaken verlaagd werden. Afbraak van bestaande sociale regelingen als WW en Ziekengeld volgden uiteraard, net als het opschroeven van de AOW gerechtigde leeftijd. ZZP werkt sterk kostenverhogend voor bedrijven / overheid. Velen van hen overstijgen het bestaansminimum nauwelijks en bouwen geen pensioen op. Dit vertelde Den Haag er nooit bij.

Eén funeste verandering wil ik apart noemen. Dit is de 24/7 bereikbaarheidsmodus. In de afgelopen decennia is het steeds meer van bon-ton naar verplicht gegaan om op elk moment van het etmaal bereikbaar te zijn voor het bedrijf waar je werkt. Om 10 uur in de avond, wanneer je net de chocolademelk voor de nacht achter je kiezen hebt, presteert de baas het om je aan het werk te herinneren of er een vraag over te stellen. Alleen betonkoppen kunnen hier langere tijd tegen.

De 1.3 miljoen stresskippen dragen ook zelf schuld. Door in veranderingen al te gemakkelijk mee te gaan en al helemaal door zich verslaafd te laten maken door het mobieltje en de hieraan gerelateerde sociale media. Stap in de bus of trein en voer een globale telling uit. Zeker 60% van het reispubliek is bezig het mobieltje te raadplegen en er zelf van alles op te pleuren waarmee men weer anderen bindt. Wanneer heeft u voor het laatst hier iemand met een krant gezien, een boek of gewoon met stille lege handen? Kijkt er nog iemand naar de voorbijglijdende stad, het landschap, de opkomende of dalende zon? Zogenaamde oortjes maken het isolement compleet: eigen muziek in je eigen sociale bubbel, omgevingsbesef = nul.

Op het kantoor van de KRO/NCRV documentaire heeft men een oplossing voor de dolgedraaide werknemer: de kantoorhond. Beter kan ik zeggen: kantoorhonden.
Hieperdepiep Truus (uiteraard zelf eigenaar van een hond) juicht het meebrengen van de hond naar kantoor toe. Te midden van het armoedige taaltje aan bureau en telefoon (catchup, display, fee, preread, slide, axis) vormt de hond een verkwikkende afleiding. Hond op de vloer, aan het bureau, op tafel en tenslotte zelfs op maar liefst 3 ruggen van werknemers die naast elkaar in een ongebruikelijke houding zijn opgesteld. Wie geen behoefte heeft aan honden, wordt weggezet als “collega die er nog altijd moeite mee heeft”. Zoiets heet omgekeerde bewijslast. Niet degene die gewoon voor het werk naar kantoor komt mag verantwoording vragen van de collega die een huisdier meebrengt. Nee, het is andersom zo, dat je moet uitleggen waarom je daar geen zin in hebt.

De hond mee naar kantoor is (helaas voor wie denkt iets nieuws te hebben gezien) een oud idee. Ik mocht het meer dan 35 jaar geleden al ondervinden. Dit was bij een relatief kleine afdeling van het Amsterdamse gemeente-apparaat.

Ik was daar chef-binnendienst. Op mijn eerste of tweede werkdag schoof ik aan een bureau waaraan een collega werkte voor wie ik verantwoordelijkheid droeg. Na enkele minuten viel het me op dat mijn voeten warm werden en dat het hier vreemd rook. Een check wees uit dat er 2 bassets onder het bureau lagen te meuren. Het waren lieve dieren, daar niet van. Ik vond het desondanks belachelijk en stuurde aan op het thuislaten van de dieren. Om het resultaat samen te vatten: dit mislukte.
De belaagde collega beriep zich op gewoonterecht en op het feit dat de dieren hier eerder waren dan ik. Was ik soms bang voor honden? Ik antwoordde dat, voor zover ik wist, er geen honden op de loonlijst stonden. De hoofdambtenaar, drie treden hoger dan ik, vroeg zich hardop af of we misschien een hok konden laten timmeren waar de dieren overdag buitenshuis konden verblijven – als ik dat dan per se nodig vond.

In de middagpauze liet de collega zijn bassets uit in een woonstraat. 5 dagen per week deden de dieren hier hun behoefte. Van opruimen was in die dagen nog geen sprake. Leuk voor de buurtbewoners, toch? Spreekt vanzelf dat ik mij in deze werkkamer nog weinig liet zien – geen aanwinst voor het werkproces. Tegen de tijd dat ik opstapte, was een der honden overleden. Een bezoek in werktijd aan de Dierenuniversiteitskliniek of iets van dien aard (Utrecht) kon geen soelaas bieden.

Ja, ik zie wel wat in zo’n moderne hondenkennel op kantoor. Honden zijn goedkoop want betaald door de werknemer-eigenaren. En dan maar hopen dat ze niet onderling gaan vechten. Ik zag in de documentaire alvast, dat één der honden tegen een binnenwand stond te pissen. Het is een begin van rebellie en alle begin is moeilijk.

Monk
17 oktober 2023

Foto: Monk

Print Friendly, PDF & Email

Reacties zijn gesloten.